In 1956 verscheen Niet schreien, ouwe!, de eerste roman (of novelle) van de toen 23-jarige Carla Walschap. Ernest Claes (1885–1968), een goede vriend van vader Gerard Walschap (1898–1989) en diens gezin, stuurde haar op 26 november van dat jaar een felicitatiebrief: ‘Lieve Carla, Ik heb me uw ontroerend verhaal “Niet schreien, Ouwe” aangeschaft en heb het met ontroering gelezen. Dat is knap werk, […], en ik heb het ook “in één adem” uitgelezen.’ Hij complimenteerde haar met het verhaal en de stijl, maar schreef ook: ‘Beschouw me nu niet als een taalpiekeraar wanneer ik er bij voeg: Let op de taal. Ik ben misschien daarin wat ouwerwets, maar voor mij heeft dat zijn belang.’ Hierna suggereerde hij enkele verbeteringen voor in een volgende druk; het in het verhaal gebruikte ‘boekenwoord’ wenen kon zij volgens Claes beter vervangen door schreien, want ‘De titel luidt ook zo’. Hij besloot zijn brief met: ‘Dezelfde fouten kunt ge in mijn proza vinden, hoor. Dag lieve Carla. Groeten van ons beiden aan Moeder en Vader.’
Bij de brief bevindt zich het antwoord van Carla Walschap van 29 november 1956, een getypte brief waarvan de laatste regels en een postscriptum door haar met de hand geschreven zijn. Het betreft een door Walschap voor haar eigen archief bewaarde kopie. Het daadwerkelijk verzonden origineel wordt grappig genoeg al zestig jaar in de collectie van het Letterenhuis bewaard. Het werd volgens de inschrijfboeken op 14 maart 1961 door Claes samen met ander archiefmateriaal geschonken. De geschreven regels uit de jongste aanwinst staan in het origineel op de achterkant (die niet mee gekopieerd werd) – en zijn daar getypt:
[Ik meen dat] wenen stil verdriet met tranen be - tekent en schreien verdriet met tranen én geluid. In het Evangelie dat U zo goed kent heeft ‘Jezus weende’ toch een heel andere gevoelswaarde dan ‘Jezus schreide’. Zó voel ik tenminste de taal aan. Ik dank U nogmaals van ganser harte voor uw zo vriendelijke brief en breng U de hartelijke groeten over van vader en moeder, ook voor Tante Sté Carla.
Het postscriptum echter is ook daar handgeschreven:
en een staaltje van mijn geschrift om te verklaren waarom ik deze brief getypt heb
Een tweede druk van Niet schreien, ouwe! verscheen in 1963. Misschien wel met de door Claes aanbevolen correcties, maar ‘wenen’ zal niet zijn vervangen.