De roman schetst het dagelijkse, paradijselijke leven van Pallieter, die Marieke ontmoet, met haar trouwt en vader wordt van een drieling. Wanneer hij verneemt dat in zijn buurt een spoorweg wordt aangelegd, besluit hij om met zijn gezin de wijde wereld in te trekken.

Timmermans was in 1910 gedebuteerd met de verhalenbundel Schemeringen van den dood. In 1911 begon hij te schrijven aan wat uiteindelijk zijn romandebuut Pallieter zou worden, een proces dat alles bij elkaar bijna drie jaar in beslag nam. In mei 1914 voltooide hij het manuscript van Pallieter en stuurde hij het slothoofdstuk naar Willem Kloos. De Nederlandse dichter en criticus had al sinds 1912 hoofdstukken ontvangen en deze steeds in De Nieuwe Gids gepubliceerd. Ook na mei 1914 bleef Timmermans schrijven, schrappen en herschrijven aan deze roman. Reeds voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had hij een akkoord met de Amsterdamse uitgeverij P.N. van Kamp voor publicatie. In september 1914 vluchtte Timmermans met zijn vrouw naar Kortrijk voor het oorlogsgeweld in Lier. In zijn koffer stak het volumineuze Pallieter-handschrift. Het boek verscheen in 1916 en werd een groot succes. In 1921 verscheen een Duitse vertaling, andere talen volgden. Pallieter werd later ook verfilmd en bewerkt tot een musical.

Pallieter groeide uit tot een van de geliefdste personages in de Vlaamse literatuur en dit liet dan ook zijn sporen na in het archief van Felix Timmermans. Dit archief raakte na zijn dood verspreid, maar door een gelukkige samenloop van omstandigheden bewaart het Letterenhuis sinds 2023 het belangrijkste deel ervan. In 2020 werd het volledige handschrift van Pallieter verworven uit de schitterende privécollectie Baestaens. Het pakket – goed voor vijfentwintig centimeter of tien kilogram aan manuscripten – omvat het volledige schrijfproces van Pallieter: van de eerste notities en plannen tot een kattebelletje over het ontstaan van de naam van het titelpersonage, de later geschrapte proloog, talloze versies van elk hoofdstuk, de eerste nette versie van het handschrift. Het zijn onmisbare bronnen voor verder onderzoek naar Timmermans’ iconische werk.
De collectie Baestaens vulde een belangrijke leemte bij de handschriften van Felix Timmermans in het Letterenhuis. Naast het volledige handschrift van Pallieter bevatte ze ook andere toonaangevende werken van Timmermans: meerdere varianten van de tachtig gedichten die Timmermans voor de – postuum gepubliceerde – bundel Adagio schreef, en het handschrift van Het Kindeken Jezus in Vlaanderen (1917).

In 2023 kon het Letterenhuis uit de nalatenschap van zoon Gommaar Timmermans een tweede belangrijk deel van het Timmermansarchief verwerven, met onder meer het handschrift van Timmermans’ andere klassiek geworden roman Boerenpsalm (1935), het handgeschreven en geïllustreerde Een lepel herinneringen (1943), brieven van en aan tientallen correspondenten, de honderden brieven die hij aan zijn vrouw Marieke stuurde en de tekeningen die Timmermans maakte als illustratie voor zijn boeken. Dit deel van het archief bevat ook de zakelijke briefwisseling en contracten voor uitgaven, vertalingen en bewerkingen – zowel bij leven met Timmermans zelf, als later met de familie die de literaire nalatenschap onder hun hoede namen.
Het Timmermansarchief in het Letterenhuis, aangevuld met briefwisseling uit andere archieven en onderzoekdossiers samengesteld door onder anderen hoogleraar August Keersmaekers, auteur Gaston Durnez en Timmermans-specialist José de Ceulaer, geeft een goed beeld van Timmermans’ schrijvers- en kunstenaarschap. Het Letterenhuis bewaart ook een in 1916 in het Belgische soldatenkamp Zeist, bij Amersfoort, door de Brugse ordonnans Leo Poppe met de hand overgeschreven en door de Zwitserse kunstenaar François Gos geïllustreerde versie van Pallieter. Dit is een merkwaardig document dat de impact illustreert die de roman van bij het verschijnen had.
Meer lezen?
