Overslaan en naar de inhoud gaan

Oogen die kijken - Streuvels' kleindochter aan het woord

uit de Streuvelsbijlage bij De Standaard van 24.09.2021

Wanneer je de kleindochter van Stijn Streuvels bent, is de invloed van één van Vlaanderens meest begenadigde schrijvers onweerlegbaar. Dat is ook het geval bij Leentje Vandemeulebroecke, beter bekend onder haar dichtend pseudoniem Jo Gisekin. “Mijn grootvader ondersteunde zijn schrijfsels met zijn fotowerk.”

Leentje Vandemeulebroecke draagt werkelijk haar passie voor het schrijven en de Nederlandse taal uit: een welgekomen erfenis van haar grootvader, Stijn Streuvels. Kort na zijn dood in 1969 was zij ook degene die – nog op aanwijzen van Streuvels zelf – zijn Volledig Werk naar de nieuwe spelling overbracht. “Ik kende hem gedurende 27 jaar: hij volgde met belangstelling het begin van mijn schrijverschap en hij moedigde mij aan om met al mijn zintuigen te leven en te capteren wat er zich in mijn omgeving en in de wijde wereld afspeelde.”

Fotowerk als studiemateriaal

“Mijn grootvader was veel meer dan enkel een begenadigd schrijver. Hij was altijd al begeesterd door de realiteit en hoe hij die in beeld kon brengen. Zijn fotowerk diende vaak als studiemateriaal: hiermee ondersteunde hij zijn schrijfsels. Achteraf gezien valt de puzzel helemaal in elkaar: als scherpe observator zag hij in alles verhalen en nam hij wel duizenden foto’s. Voor zijn werk Land en Leven in Vlaanderen trok hij door het platteland, waarbij hij naast de oogstwerkers ook de hoeves en kortwoonsten ging fotograferen. Processies, de Avelgemse steenbakkers, vrouwen ‘langs de wegen’: hij had een enorm observatietalent, waardoor hij de inspiratie voor zijn verhalen zelf genereerde.”

Als meesterlijk observator had Streuvels oog voor elk detail: je herkent zijn manier van beschrijven ook in zijn fotografie en vice versa.

Leentje Vandemeulebroecke, kleindochter Stijn Streuvels

Groeiende obsessie

“Je merkt de typische, Streuvelse manier van schrijven in zijn foto’s en vice versa. Wanneer ik de herdruk van De Blijde Dag las, viel me op hoe fotografisch hij eigenlijk schreef. Op minutieuze manier beschreef hij lichtinvallen op de kloostermuur, de stand van de zon, de poses van mensen, de klederdracht van meisjes en nonnen en hun kant- en speldenwerkjes. Het leven was voor hem een samenspel van indrukken, waarin al wat nieuw was hem kon bekoren. Hij had een vriend die fotografeerde, waardoor zijn obsessie gestaag groeide. Hij wilde uiteindelijk alles uitpluizen over fotografie en richtte in Het Lijsternest zijn eigen donkere kamer in. Het ontwikkelen deed hij daar zelf: mijn moeder vertelde nog dat ze mocht toekijken hoe zijn glasplaten en negatieven een echte foto tot leven wekten. Mijn favoriete foto’s van hem? Ik hou enorm van degene die hij van mijn moeder Paula Lateur maakte, toen ze nog heel klein was. En ook zijn reeksen foto’s van vrij alledaagse zaken, zoals mijn moeder die met haar broer soep eet: een magistrale verzameling foto’s in halfbelichte setting.”

De band met het Letterenhuis

“Mijn grootvader leefde van de pen. Maar zijn fotografie was beslist meer dan een uit de hand gelopen hobby. Twee fotoboeken en twee tentoonstellingen getuigden daar vroeger al van. Maar het Letterenhuis zorgt nu dat het potentieel van dat kolossale archief eindelijk ten volle benut wordt. Mijn grootvader kende de toenmalige conservator van het Letterenhuis, Ger Schmook, heel goed: ze waren beiden lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letteren in Gent. Hij had alle vertrouwen in het Letterenhuis en schonk aan de instelling tijdens zijn leven al de honderden brieven van zijn Antwerpse vriend Emmanuel de Bom. Mijn grootvader catalogiseerde al zijn documenten, foto’s, negatieven en glasplaten netjes. Hij rangschikte alles in dozen, samen met een hele rist brieven en handschriften die hij zorgzaam inpakte met een touwtje. Na zijn dood troffen zijn vier kinderen de immense collectie aan en brachten deze over naar het Letterenhuis. Slechts een paar bijzondere documenten en zijn bibliotheek bleven in Het Lijsternest, ter stoffering van het museum. Maar het is vanzelfsprekend dat wij als familie het Letterenhuis en Het Lijsternest enorm dankbaar zijn dat ze Streuvels’ 150ste verjaardag groots opvatten. Met deze expo geven ze echt die eigentijdse twist aan zijn minder bekende passie: de fotografie,” besluit Leentje trots.

Wie?

Leentje Vandemeulebroecke (Gent, 1942) is voornamelijk bekend als dichteres, onder het pseudoniem Jo Gisekin. Met haar debuutbundel Een dode speelgoedvogel uit 1969 sleepte ze meteen de Poëzieprijs van de provincie Antwerpen in de wacht. In juni 2021 bracht ze haar meest recente poëziebundel uit: De luwte van het geheugen. Ook was ze nauw betrokken bij de vijf heruitgaven van Streuvels’ bekendste werken, die uitgeverij Lannoo onlangs uitbracht ter ere van zijn 150ste verjaardag. Verder schreef ze het nawoord bij Ingooigem. Herinneringen uit Het Lijsternest, dat in oktober verschijnt in de reeks Privé-domein van de Arbeiderspers.

Ga naar

Meld je aan voor de nieuwsbrief