Overslaan en naar de inhoud gaan

Oogen die kijken - de curatoren aan het woord

uit de Streuvelsbijlage bij De Standaard van 24.09.2021

De expo Oogen die kijken is geen doorsnee fototentoonstelling en neemt de bezoeker op een originele manier mee door het rijke fotoarchief van Stijn Streuvels. De schrijver stond bekend als meester-observator, wat zich niet enkel vertaalde in literaire werken, maar ook in talloze foto’s. Deze expo is een prachtig eerbetoon, 150 jaar na Streuvels’ geboorte. Curatoren Arne De Winde en Lieven Van Speybroeck leggen uit waarom.

Weinigen weten dat Stijn Streuvels (geboren Frank Lateur, 1871-1969) zijn fotografie gebruikte als inspiratie voor zijn uitvoerige literaire oeuvre. Als rigoureus observator legde hij alle indrukken vast op de gevoelige plaat. “Eigenlijk hoeft dit niet te verwonderen,” vertellen Arne De Winde en Lieven Van Speybroeck, curatoren van de expo Oogen die kijken. “Zijn verhalen staan vol minutieuze omschrijvingen, waarin hij een bijna fotografische voorstelling van de realiteit neerpent. Het stoort ons dat de figuur en het werk van Streuvels beladen zijn met vooroordelen: zijn taalgebruik zou te belegen of stoffig zijn, en zijn leefwereld provincialistisch of bekrompen. Met deze expo willen we tonen hoe Streuvels’ manier van kijken uitermate eigentijds is.”

Jullie werkten eerder al foto-exposities uit, is de aanpak telkens dezelfde?

“Ook in het verleden werkten we al vaker met grote archieven en collecties. Hoewel Streuvels alles zorgzaam bundelde en catalogeerde, is dit de eerste keer dat zijn fotografische archief voor het grote publiek zichtbaar wordt. Zijn collectie bij het Letterenhuis is een herinneringsarchief dat zijn leefwereld documenteert. Tegelijk is het ook een historiografisch unicum: het materiaal legt meer dan een halve eeuw vast. Hoewel zijn foto’s vaak een uitzonderlijke artistieke kwaliteit hebben, zag Streuvels ze niet als kunst, maar veeleer als materiaal. Reden te meer om er geen gewone fototentoonstelling van te maken. Ook de mensen van het Letterenhuis vroegen ons in die zin om het fotografische werk niet op een klassieke manier te presenteren.”

Wat maakt deze expo dan zo ongewoon?

“We konden niet omheen het feit dat Streuvels’ fotocollectie heel repetitief is: hij nam ontelbare foto’s van dezelfde scènes en plekken. Toent we diep in dit archief doken, merkten we dat bepaalde thema’s steeds terugkeerden: die veelheid bleek net het sterkste punt te zijn. Daarna vroegen we ons af hoe we Streuvels’ manier van waarnemen aan de bezoekers konden tonen, zonder alleen maar voor de meest uitmuntende foto’s te kiezen. Juist door de beelden in onverwachte combinaties en constellaties te plaatsen, merk je het ijzersterke geheel dat zijn collectie vormt. Enkel zo deden we recht aan zijn fotografische oeuvre.”

“Het atypische van deze expo is dat elke bezoeker ze anders zal beleven. We werken met drie zones, gelegen in een L-vormige expositieruimte. Elke zone heeft haar eigen karakter en is niet te vergelijken met de andere twee: je begeeft je in verschillende leefwerelden. De eerste zone bestaat bijvoorbeeld uit houten staketsels waar je doorheen kan kijken: als bezoeker wandel je hier door een soort van archiefkamer. We stimuleren de kijker om zelf de visuele link met de achterliggende wanden te maken en constellaties van beelden te creëren. We laten hier duidelijk zien hoe Streuvels haast obsessief dezelfde taferelen fotografeerde, waaronder tuinen, processies, familieleden en voorwerpen. Vergelijk deze zone gerust met een processie: de bezoeker gaat van statie naar statie.”

“In die eerste zone tonen we Streuvels’ wereld als concentrische cirkels: met mondjesmaat uitdeinend, van de huiselijke sfeer naar uitstapjes en reizen. Verder in die lijn belichten we in de tweede zone een scharnierpunt in Streuvels’ leven en werk: zijn Palestinareis in 1935. In een videografische projectie nemen we de kijker mee in Streuvels’ rondreis in het Middellandse Zeegebied, met Jeruzalem als bestemming. Hij fotografeerde toen bijna de klok rond: zijn werk toont hoe de confrontatie met het andere of ongekende hem tegelijk fascineerde en dwarslag. Het valt op hoe Streuvels hier – net als in zijn foto’s van het Vlaamse landleven – inzoomt op bepaalde types personen of activiteiten. Net zoals zijn reisverslagen en autobiografische teksten, laten ook zijn foto’s een duidelijke mentale pendelbeweging zien: zijn verscheurdheid tussen de provincialistische levenssfeer en de ambitie om werelds te zijn, tussen ingeslotenheid en wereldgerichtheid.”

 

Streuvels’ foto’s tonen een duidelijke mentale pendelbeweging: zijn verscheurdheid tussen de provincialistische levenssfeer en de ambitie om werelds te zijn.

Arne De Winde, curator expo Oogen die kijken

 

Is Streuvels dan überhaupt zelf te zien in de expo?

“Gelukkig wel, want hij had zo’n iconische karakterkop! Buiten de sprekende foto van zijn ‘Oogen’ bij het binnenkomen, blijft Streuvels gedurende de hele expo grotendeels afwezig, tot je in de derde zone binnenwandelt. Deze fungeert als een soort portretkamer, waar je de levensloop van Streuvels ziet in portretten van hem. Naast enkele zelfportretten zijn de meeste beelden van de hand van andere fotografen. Deze zone richt de blik op Streuvels zelf: hoe hij evolueerde en zichzelf ontplooide als schrijver.”

Gebruiken jullie ook veel teksten van hem?

“We konden natuurlijk niet negeren dat Streuvels een meesterlijk auteur was. Daarom gebruiken we in de expo bijna uitsluitend primair tekstmateriaal: extracten uit zijn autobiografische werken, zoals Ingooigem I en II. Je kunt niet spreken van begeleidende teksten, want we willen geen verhaal vertellen waarin de foto slechts een illustratie is bij de tekst, of omgekeerd. We willen laten zien hoe schrijven en fotograferen deel uitmaken van één continu artistiek proces bij Streuvels. Hij heeft een duidelijke drijfveer: ‘de dingen rondom ons vasthouden’, zoals hij het zelf verwoordde.”

Het fotografisch karakter van zijn literaire werk wordt hier pas echt frappant

Lieven Van Speybroeck, curator expo Oogen die kijken

 

Tonen jullie de originele foto’s uit zijn archief?

“We tonen geen enkele originele afdruk uit het archief. Het authentieke, verouderde printmateriaal was vrijwel onbruikbaar, en dus hebben we de glasplaten en negatieven opnieuw gescand. We tonen dan ook duidelijk dat het om nieuwe reproducties gaat, door het gebruik van uiteenlopende formaten en vrij rudimentaire, hedendaagse presentatietechnieken. Zo houden we de aandacht bij de essentie: de indrukken die Streuvels ons wil tonen via zijn fotografie.”

Vinden jullie dat zijn foto’s sprekender dan zijn teksten?

“Het zou niet fair zijn om beide aspecten van Streuvels’ oeuvre tegen elkaar af te wegen. Beiden vormen één creatief proces, waarin ze elkaar versterken. Daarnaast zag hij zijn fotografie niet als autonoom artistiek werk, maar als een hulpmiddel om ervaringen vast te houden – vaak in functie van zijn schrijven. Het literaire werk beïnvloedt op zich dan weer de manier waarop hij fotografeert: obsessief in- en uitzoomend op terugkerende thema’s, met oog voor detail, maar ook met ruimte voor experiment en humor. In de expo leer je Streuvels kennen als een speelvogel die verschillende tijdsgeesten op een verbazingwekkend radicale en hedendaagse manier wist vast te leggen, zowel in tekst als in beeld.”

Wie?

Arne De Winde en Lieven Speybroeck vormen dankzij hun uiteenlopende expertises een onnavolgbare curatorentandem. Arne is cultuur- en literatuurwetenschapper en docent aan UHasselt/PLX-MAD School of Arts, terwijl Lieven vooral bezig is als grafisch ontwerper en beeldend kunstenaar, naast zijn onderzoek aan dezelfde opleiding. Het geoliede duo werkt al jaren samen aan tal van tentoonstellingen, boeken en artistieke interventies. In hun werk is een aparte twist nooit veraf, wat de beleving ervan des te aantrekkelijker maakt.

Ga naar

Meld je aan voor de nieuwsbrief