Choreografisch nalatenschap: Jeanne Brabants
Jeanne Brabants (1920-2014) is een pionier in de Vlaamse dansgeschiedenis. Als oprichtster van de gerenommeerde Balletschool in Antwerpen en het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, creëerde ze vanaf 1940 een ecosysteem waarin dans als autonome kunstvorm in Vlaanderen floreerde. Doorheen haar indrukwekkende carrière vervulde Brabants opmerkelijk veel rollen: ze was choreografe, pedagoge, leidinggevende en lobbyiste.
In 2023 droeg haar zoon, Koen Van Kerkhoven, haar tastbare nalatenschap over aan het Letterenhuis. Het omvangrijke archief omvat briefwisselingen, choreografische notities, lesmateriaal, lezingen, productiemappen, recensies, videomateriaal, etc. Zo is het archiefmateriaal over Brabants’ succesvoorstelling Pierlala (1952) zeer uitgebreid door de vele heropvoeringen van deze choreografie. Hoewel het Letterenhuis zich vandaag richt op woord en letteren, heeft het historisch wel dansarchieven verzameld en sluit deze nalatenschap mooi aan bij archieven in de collectie van danspionier Lea Daan, Koninklijk Ballet van Vlaanderen en decor-en kostuumontwerper John Bogaerts.
Een nieuwe pas-de-deux tussen dans en archief
Archivaris Mathias Balemans was zich bewust van de moeilijkheden om een bewegingskunst als dans te archiveren toen hij zocht naar een methode om het materiële archief van Jeanne Brabants te verwerken. Bij auteursarchieven brengt hij structuur in de nalatenschap van de auteur met behulp van een schema dat toepasbaar is op een literair archief. Er zijn dan ook talloze voorbeelden van verwerkte auteursarchieven ter beschikking. Dit is niet het geval bij dans. Een carrière in beweging is niet zo maar weer te geven op papier. Hoewel een digitaal archief met beeldmateriaal van voorstellingen een oplossing zou kunnen bieden, gaat er volgens Balemans toch iets verloren. Zo wordt Jeanne Brabants’ werkwijze in het aanleren van choreografieën aan dansers en haar beeldende manier van spreken niet gevat in het documentatiemateriaal.
Samen met haar man Bert Van Kerkhoven (wiens archief overigens ook in het Letterenhuis wordt bewaard), had Jeanne Brabants reeds tijdens haar leven tal van relevante documenten bijgehouden, netjes geordend in mappen en knipselboeken. Danshistoricus Staf Vos creëerde voor zijn doctoraatsonderzoek ook een plaatsingslijst, die een overzicht bood van het materiaal dat in niet minder dan 41 dozen werd bewaard. Deze inspanningen betekenden voor archivaris Balemans een grote hulp. Voor de beschrijving van het archief in de collectie en catalogus van het Letterenhuis, zocht Balemans naar een structuur die Brabants werk zo goed mogelijk kon weerspiegelen. In het collectiebeheersysteem werd het archief ingedeeld in vijf thematische rubrieken: werk, receptie en invloed, briefwisseling, engagementen en functies en privéleven. Binnen ‘werk’, de omvangrijkste categorie, werd het materiaal opgedeeld op basis van de organisaties die Brabants oprichtte of waarvan ze deel uitmaakte: de dansschool van Lea Daan, Dansensemble Gezusters Brabants, Koninklijke Balletschool Antwerpen, Koninklijk Ballet van Vlaanderen, Jeugd en Dans vzw, etc.
Het resultaat van deze inventarisering is terug te vinden in de databank van het Letterenhuis: https://collectie.letterenhuis.be/doc/inv:lh:473. De stukken zijn op aanvraag raadpleegbaar in de leeszaal. Dit moet de toegankelijkheid van (en verder onderzoek naar) het archief van Jeanne Brabants vergroten.
Mondelinge getuigenissen
Dans is bij uitstek een kunstvorm die niet alleen op beweging maar ook op samenwerking is gestoeld. Om deze aspecten te capteren, is het noodzakelijk om het reeds beschikbare materiaal uit het archief van Jeanne Brabants te verrijken en inzichtelijk te maken via aanvullende informatie uit gesprekken met een aantal sleutelfiguren uit haar professionele en persoonlijke netwerk. De dialoog tussen de getuigenissen en het archief biedt meer context bij de ervaring en impact van het werk van Brabants en zal ook de leesbaarheid van het archief vergroten.
Vanuit deze overwegingen heeft het Letterenhuis, samen met de bovengenoemde partners en met de steun van de Vlaamse Overheid, een nieuw project op poten gezet: ‘Archief in dialoog: De nalatenschap van Jeanne Brabants en de noodzaak van mondelinge geschiedenis’ (september 2024 – september 2025). Dit initiatief geldt als een zogeheten ‘pilootproject’ waarmee het Vlaamse cultuurbeleid een stimulans wil geven om na te gaan hoe artistieke nalatenschappen op een duurzame manier bewaard en ontsloten kunnen worden. Het uitgangspunt van ‘Archief in dialoog’ is dat dans bijzondere uitdagingen stelt voor klassieke archiveringsmethodes: traditionele media zoals foto’s, video’s, verslagen, notities, of schetsen zijn doorgaans niet voldoende om belichaamde kennis en bewegingsleren op te nemen in het archief, terwijl net deze het fundament van een choreografisch nalatenschap vormen. Om die reden wordt het intensieve werk dat archivaris Balemans reeds heeft verricht nu aangevuld met methodes die putten uit de traditie van mondelinge geschiedenis (of wat in het Engels oral history wordt genoemd).
De oral history interviews die in het kader van dit project gevoerd worden, zullen met professionele ondersteuning via camera worden opgenomen in plaats van enkel audio-opnames. Dit is een bewust keuze, want audiovisuele captatie biedt ruimte om de bewegingen en lichaamstaal van de getuigen vast te leggen. Op die manier presenteert de belichaamde kennis zich als een volwaardig onderdeel van mondelinge geschiedenis. Tegelijk is de urgentie hoog: omdat Jeanne Brabants reeds vanaf 1940 actief was in de professionele danswereld, zijn vele betrokkenen inmiddels op hoge leeftijd. Daarom moeten we directe getuigenissen nu worden verzameld, zo niet zijn we ze voorgoed kwijt.
Deze gesprekken zullen aan de collectie van het Letterenhuis worden toegevoegd en publiek toegankelijk zijn. Blijf dus zeker op de hoogte, want ‘Archief in dialoog’ belooft een boeiende inkijk in een cruciaal maar minder gekend deel van de Vlaamse dansgeschiedenis.