Frans van Isacker (1920-2000) werd in 1945 doctor in de rechten in Leuven en haalde een licentiaat in het notariaat in 1952. In 1961 verkreeg hij ook nog de doctorstitel in de rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam op een studie over de morele rechten van de auteur. Van Isacker was een tijdlang advocaat en van 1963 tot zijn emeritaat in 1985 hoogleraar aan de Universiteit Gent.
Als literair auteur debuteerde Van Isacker in 1948 met De wereld verandert, gevolgd door Maar er is een uitweg in 1949. Beide romans handelen over de maatschappelijke keuzes van twee Vlaamse families tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. Voor deze debuutromans ontving hij in 1949 de Prijs van de Provincie Antwerpen. Ook in zijn later werk domineert sociale problematiek. In Vijftig aan de wand (1972) bijvoorbeeld komt zijn visie aan bod op actuele thema’s zoals abortus, religie en milieu.
Veel van zijn romans zijn autobiografisch getint. Postume wandeling (1957) gaat over zijn vader, de minister en politicus Philip van Isacker. De bruidegom van mijn ziel (1967) brengt de schrijver zelf in beeld, door de ogen van zijn echtgenote Ida Smeets, die enkele jaren later op gruwelijke wijze zou worden vermoord. Binnen in de open ruimte (1971) schetst de laatste levensdagen van zijn moeder. In 1976 ontmoette hij de schrijfster Elisabeth Marain, met wie hij datzelfde jaar nog ging samenwonen. Zijn laatste boek, Averechts verloop (1988), met als ondertitel ‘kroniek van een meedogenloze eeuw’ zou het begin vormen van een zesdelige reeks, maar Van Isacker werd ziek en overleed uiteindelijk in 2000.
Het Letterenhuis bewaart geen volledig archief van Frans van Isacker, maar er zitten wel enkele interessante archiefstukken in de collectie. Zo zijn er foto’s en verscheidende brieven, bijvoorbeeld aan uitgeverij Manteau en auteurs zoals Maurice Gilliams, Gerard Walschap, Johan Daisne en Karel Jonckheere.