Overslaan en naar de inhoud gaan

Archief Jan Walravens

aanwinst

Het Letterenhuis verwierf het archief van auteur en kunstkritiek Jan Walravens (1920-1965). Het archief geeft een inkijkje in de carrière van een van de sleutelfiguren van de naoorlogse Vlaamse literatuur.  

Auteur en kunstcriticus Jan Walravens (1920-1965) overleed vroegtijdig in 1965 maar zijn archief werd tot op de dag van vandaag zorgvuldig en in z’n geheel bewaard door zijn familie, tot het naar het Letterenhuis kwam. Walravens schreef existentialistische romans en was onder meer voortrekker van het invloedrijke tijdschrift Tijd en Mens. Daarnaast was hij ook literair criticus en kunstcriticus voor verschillende tijdschriften. 

Bijzonder in het archief zijn bijvoorbeeld de vroege, onuitgegeven en met de hand geïllustreerde teksten van Walravens, die hij tijdens de oorlogsjaren maakte, samen met zijn vrienden Florent Welles en Albert Bontridder. Uit diezelfde periode zijn er ook dagboeken bewaard gebleven, die Walravens’ ontwikkeling als jongeman én als beginnend schrijver tonen.  Walravens vertelt in zijn dagboek bijvoorbeeld over zijn prille liefde voor Jeanne Adams, die hij in 1940 leerde kennen. Haar ouders waren aanvankelijk niet met de relatie opgezet. Vanaf juli 1943 werd Walravens verplicht tewerkgesteld in Berlijn. Zijn vertrek naar Duitsland en zijn afscheid van Jeanne is teder verwoord in zijn dagboek op 24 juni 1943:  

Jeanne is in de kerk gekomen en ik heb haar naar de Meiplaats vergezeld. Ze was schattig in haar blauwe overjasje, roode lippen en hooge haren. Vergenoeglijk hebben we naast elkander geloopen en meermaals heb ik haar gekust. Ik heb gezegd toen ze weg ging: “Ik keer terug zoals ik vetrokken ben en vind u onveranderend terug.” Zij heeft geantwoord: “Ja, zeker!” Maar wanneer ze op den tram stond en wegreed, terwijl ik met de andere de Koning Albertlaan afreed, toen zijn de waterlanden mij naar de oogen gestegen. Zij wuifde, ik eveneens, maar tijd en ruimte scheidde ons.  

Vanuit Berlijn zijn verschillende brieven bewaard gebleven, ook aan zijn ouders: Ma très chère Maman, […] Les lettres de père me font particulierement plaisir parce qu’ils parlent de l’art et de la liberté, mais les tiennes sont simples racontars sur la vie à Bruxelles, sur ton courage et aussi sur ton amour. (8 september 1943). 

Het grootste deel van het archief bestaat uit correspondentie, met bijvoorbeeld auteurs zoals Louis Paul Boon en Hugo Claus. Van de hand van die laatste bevindt zich ook een vroege versie van De Eendenjacht (de vroegere titel van Claus’ prozadebuut De Metsiers) in het archief, samen met nog meer manuscripten van andere auteurs die hun werk ter beoordeling en publicatie naar Walravens zonden.  

In het archief zit zelfs een handschrift van René Magritte. Voor een televisie-uitzending op 7 december 1961 interviewde Walravens de kunstenaar. Ter voorbereiding bezorgde hij de vragen als startpunt voor het interview, waarop Magritte een antwoord noteerde. Op de vraag ‘Quel a été votre premier contact avec le monde de l’art?’ antwoordde Magritte:  

Très jeune, je m’amusais à colorier des images. Mais le monde de l’art m’a été révélé pendant des vacances que je passais dans une petite ville de province. Dans le vieux cimetière désaffecté de cette ville, j’ai vu un artiste peintre exercer son art et j’ai eu j’alors [sic] une premiere notion de ce que pouvait être le monde de l’art. 

Jos Joostens schreef al in 2018 een biografie over Jan Walravens: De verdeelde mens. Jan Walravens (1920-1965). Schrijver, ijkpunt, avant-gardist. Het archief heeft uiteraard nog heel wat te bieden voor toekomstig onderzoek. 

Meld je aan voor de nieuwsbrief