Twee grote thema’s. Het archief van Cor Ria Leeman
De opvallende schrijversnaam Cor Ria Leeman is het pseudoniem van Corneel van Kuyck, geboren in 1919 in het Nederlandse dorp Rijsbergen en opgegroeid in de provincie Antwerpen, waar hij ook zou blijven wonen. Hij overleed in 1991 in Mechelen. Een jaar later werd zijn literaire nalatenschap overgedragen aan het Letterenhuis. Een overzicht in vogelvlucht van het archief en het werk van een gelovig en bereisd (jeugd)schrijver.
‘Cor Ria Leeman’ is een anagram van de letters van Van Kuycks voornaam Corneel gecombineerd met die van zijn vrouw, Maria. Begin jaren vijftig begon hij met publiceren terwijl hij leerkracht was aan het Sint-Gummarus College in Lier. In 1972 ging hij daar vervroegd met pensioen om zich volledig te kunnen richten op het schrijven.
Leeman is voornamelijk bekend als jeugdauteur, maar zijn eerste intentie was het schrijven van romans voor volwassenen. Door zijn roeping (zoals hij het zelf noemde) als onderwijzer ging hij als vanzelf ook voor kinderen schrijven en later, na het succes van zijn kinderverhalen, ook voor de oudere jeugd. Zijn huidige status is die van een jeugdschrijver uit een al wat verder verleden, maar meerdere van zijn boeken voor volwassenen werden uiterst lovend onthaald.
Naast zijn romans en jeugdboeken schreef Leeman heel veel korte verhalen voor de jeugd, onder meer voor de tijdschriften Zonneland en Top Magazine en voor de enorm populaire jeugdreeks Vlaamse Filmpjes van Uitgeverij Averbode. Leemans meer dan twee strekkende meter archief bevat tientallen typoscripten van deze verhalen.
Voor zijn romans en korte verhalen had Leeman twee grote inspiratiebronnen, die ook de belangrijkste thema’s in zijn werk leverden: zijn reizen en zijn katholieke geloof. Veel van zijn verhalen voor kinderen spelen zich af in uitheemse oorden, die tot ver in de 20ste eeuw voor maar heel weinig kinderen (en andere mensen) bereikbaar waren. De titels spreken wat dat betreft vaak voor zich: Het goud van de farao, ‘De slangenbezweerder van Fez’, Avontuur in Oaxaca, De mummies van Sicilië, ‘De dief van Bagdad’. Daarnaast was er de serie korte verhalen ‘Kinderen uit alle landen’ die voornamelijk in Zonneland gepubliceerd werd. In deze reeks spelen kinderen de hoofdrol in avonturen in meestal verre buitenlanden.
Opvallend in Leemans archief is de grote hoeveelheid onuitgegeven teksten – niet alleen onder de vele korte verhalen (waarvan niet duidelijk is of ze allemaal gepubliceerd zijn), maar ook zijn er manuscripten en typoscripten van nog onbekende romans.
Ook in de onuitgegeven romans zijn de twee belangrijkste inspiratiebronnen van Leeman aanwezig. Het religieuze aspect in werken met titels als ‘Het Oude Testament’, ‘De Bisschoppen van Rorate tot Requiem’ en ‘Zonder Aureool’, het buitenland in manuscripten met titels als ‘De man van Nasra’en ‘Voorbij Mato Grosso’.
Naast zijn verhalen voor de jeugd schreef Cor Ria Leeman ook leesboekjes voor het lagereschoolkind en gaf hij veel lezingen op scholen. Over die spreekbeurten zijn in het archief veel brieven bewaard waarin leerkrachten of directies een lezing aanvragen of Leeman bedanken voor zijn lezing.
Leeman was een grote voorvechter voor jeugdliteratuur, die volgens hem niet onder hoefde te doen voor de zogenaamde ‘volwassenen literatuur’. In het bewaard gebleven klad voor een brief uit 1976 biedt hij weerwoord op een negatieve recensie van zijn jeugdboek Ramses (1974) en van drie andere boeken, waaronder Vreemde ogen (1976) van Jo Briels. Hij zegt daarin dat hij veel langer aan een jeugdboek werkt dan aan een roman: ‘Elk boek voor de jeugd werd met de hand geschreven, dan volgden twee tot drie correcties, voor ik tot een definitieve tekst kwam.’ Deze werkwijze is in zijn archief duidelijk waarneembaar; ook zijn er überhaupt veel meer handschriften van zijn jeugdboeken en -verhalen bewaard gebleven dan van zijn romans voor volwassenen.
Ester Claes werkt aan haar Master Engels – Algemene Literatuurwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en verwerkte voor haar stage in het Letterenhuis het archief van Cor Ria Leeman.