Overslaan en naar de inhoud gaan

Track Changes en Inputlog

Hoe ziet het schrijfproces van hedendaagse schrijvers eruit? Welke sporen laat het na en welke inzichten geeft dit in het (gedeeltelijk) digitale creatieve proces? Hoe kunnen we zorgen dat er in de toekomst materiaal beschikbaar is voor onderzoek naar het ontstaansproces van onze hedendaagse literatuur?

Die vragen stonden centraal in het onderzoeksproject 'Track Changes: Textual Scholarship and the challenge of digital literary writing'  door het Huygens Instituut en de Universiteit Antwerpen. In het project werden nieuwe methodes onderzocht, waaronder keystroke logging, om zicht te krijgen op het literaire schrijfproces van nu, dat zich grotendeels op de computer afspeelt. 

Schrijfprocessen werden vastgelegd met de software Inputlog. Dit toetsaanslagregistratieprogramma werd speciaal voor onderzoeksdoeleinden ontwikkeld aan de Universiteit van Antwerpen. Nadat het programma is opgestart en de schrijfsessie is gestart, kan de schrijver werken in een bekende omgeving: Microsoft Word. Het programma legt elke toetsaanslag en muisbeweging vast samen met een tijdstempel en de locatie in de tekst; het registreert elke pauze en ook elke website die de schrijver bezoekt; en het Word document wordt bij aanvang én na afloop van de schrijfsessie automatisch opgeslagen. De software wordt met name gebruikt om schrijfprocessen te analyseren binnen een pedagogische of zakelijke context. 

Met het programma kunnen literaire schrijfprocessen onderzocht worden. Gie Bogaert documenteerde op deze manier gedurende tweeëneenhalf jaar het schrijfproces van zijn roman Roosevelt. Ellen Van Pelt, Jens Meijen, David Troch en Dirk Speelman registreerden het schrijfproces van een verhaal. 

Voor de thema-expo van het Letterenhuis schreef dichter Maud Vanhauwaert een nieuw gedicht gebruikmakend van de software Inputlog, onderzoeker Lamyk Bekius analyseerde daarop het werkproces. 
 

Meld je aan voor de nieuwsbrief