Tiberghien stichtte in 1973 de Poëziekrant, blies de reeks De bladen voor de poëzie nieuw leven in, richtte het Poëziecentrum als expertisecentrum op, organiseerde ontmoetingen tussen dichters en lezers tijdens de Middagen van de Poëzie en van de Literatuur, en gaf met het Poëziecentrum dichtbundels en bloemlezingen uit. Een opvallend initiatief – wellicht nu vergeten – beslaat vier goedgevulde archiefdozen: Teletekst Literair, kortweg TTL.
Teletekst was schermtekst op de nationale televisie in Vlaanderen, de toenmalige BRT (nu VRT), voornamelijk nieuws-, sport- en weerberichten, al verscheen er ook diverse praktische informatie op. Het was een gebruiksvriendelijke manier om snel mee te zijn met de actualiteit, in de tijd voor het internet bestond of overal was doorgedrongen. Je zette je televisie aan, op de afstandsbediening drukte je de teletekstknop in en vervolgens gaf je met de cijfertoetsen van je afstandsbediening een paginanummer van een specifieke tekstpagina in. De BRT bood teletekst aan tot juni 2016; in Nederland bestaat het informatiekanaal nog steeds.
Teletekst Literair werd aangekondigd als een nieuwe literaire periodiek. Het zou elke dag op teletekst verschijnen in Vlaanderen (BRT) en Nederland (NOS). Het doel was om in korte berichten de literaire actualiteit te volgen. Recente literaire teksten waren echter het belangrijkst: gedichten, kort proza, vertalingen en fragmenten uit filmscenario’s of toneelteksten. De aard van het medium vroeg om korte teksten: er was op een teletekstpagina slechts ruimte voor 16 regels van elk 39 tekens. In de praktijk nam de redactie daarom vooral gedichten op.
TTL had een eigen redacteur en redactieraad, met het Poëziecentrum als redactieadres. Het proefjaar van TTL, gefinancierd als een experimenteel project van beperkte duur, liep van 1 september 1984 tot en met 31 augustus 1985. Daarna werd TTL bij gebrek aan financiële middelen stopgezet. Maar… begin oktober 1985 meldt de TTL-redactie in een persbericht dat hun een overbruggingskrediet van het toenmalige Nederlandse ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in het vooruitzicht is gesteld. De TTL-pagina’s werden hervat maar uit een financieel verslag valt af te leiden dat ergens rond maart 1986 het doek definitief viel en er vanaf dan geen TTL-pagina’s meer verschenen.
Het TTL-luik in het overgedragen archief van het Poëziecentrum bevat verslagen van de redactieraad, evaluatierapporten, financiële stukken (onder meer over de auteursvergoeding: 600 frank – 15 euro – per gepubliceerd gedicht), brieven aan de Nederlandse minister van Cultuur, en een uitgebreide briefwisseling met uitgeverijen om recensie-exemplaren van dichtbundels te verkrijgen voor de TTL-redactie. En uiteraard formulieren met de kopij van alle gepubliceerde teksten. Ook in de werking van TTL toonde Willy Tiberghien zich dus een gedreven voorvechter van de poëzie.
Overigens, uit de gedichten verspreid via Teletekst Literair zou een best fraaie bloemlezing kunnen worden samengesteld.