Op deze pagina vind je foto’s, brieven en artikels van en over Paul van Ostaijen. Ga zelf op onderzoek om meer te weten te komen over een van Vlaanderens bekendste dichters.
Bronnen
Een foto van het gezin Van Ostaijen uit ca. 1906. Paul van Ostaijen staat tussen zijn ouders Hendrik Pieter van Ostaijen (1852-1932) en Maria Catharina Engelen (1853-1923). Achter hen staan van links naar rechts zijn broer Pieter-Floris (1884-1910), zijn zuster Hubertina (1882-1912), haar echtgenoot Jos Goris en broer Constant (1887-1928), in tropenuniform.
Foto van het geboortehuis van Paul van Ostaijen (Lange Leemstraat 47, Antwerpen). De foto dateert uit de jaren 1970.
Een foto van Paul van Ostaijen uit december 1915. Hij kleedt zich hier als een dandy. Een dandy is een man die veel aandacht besteedt aan zijn uiterlijk. Dandyisme was vooral populair in de 19e eeuw in Engeland. Van Ostaijen kreeg de bijnaam “Meneer 1830”.
Gedicht 'Guldensporenstoet' uit 1916. Dit gedicht van Van Ostaijen beschrijft de Guldensporenstoet die gehouden werd ter herdenking van de Guldensporenslag. Het is gericht aan de Vlaamsche Bond, een groepering van Vlaamsgezinde leerlingen van het Koninklijk Atheneum in Antwerpen, waar Van Ostaijen tijdens zijn middelbare schooltijd lid van was.
Fragment uit artikel 'Over het tragiese van de Beweging. Enige kanttekeningen'. Paul van Ostaijen schreef dit artikel voor het tijdschrift De Goedendag in 1916. Van Ostaijen stelt dat de Vlaamse Beweging meer gelijke tred moet houden met de Europese cultuurbewegingen. Dit wordt echter verhinderd door de achterstand in de Vlaamse nationale ontwikkeling.
Fragmenten uit inleidend manifest 'Et Voila' geschreven door van Ostaijen in 1920. Het was het manifest voor het tijdsschrift Sienjaal, dat Van Ostaijen samen met zijn vrienden wilde oprichten maar nooit verschenen is. Hierin geeft hij zijn visie op moderne kunst.
Vers 5 ' Ik zou willen een jazz op de melodie van frère Jacques' uit De Feesten van Angst en Pijn. Van Ostaijen schreef dit gedicht op 8 april 1920. In dit gedicht uit Van Ostaijen kritiek op de kerk.
Fragmenten uit brief van Oscar Jespers aan Paul van Ostaijen op 15 maart 1921. Jespers kondigt hierin het einde van de plannen voor het tijdschrift Sienjaal aan.
Gemeenteraadsbeslissing over het ontslag van Paul van Ostaijen. Dit document wordt bewaard in het Felixarchief.
Foto van Paul Van Ostaijen (uiterst rechts) bij de familie Götz in Berlijn, 1919. Op de achterste rij v.l.n.r. Erica Götz, Boylo [Emma] Götz-Claeys, Emma Clément, Paul Van Ostaijen; vooraan, zitten v.l.n.r. mevr. Götz, Arthur Götz, Gustav Specht, onbekende. In 1918 was Van Ostaijen samen met Emma Clément naar Berlijn gevlucht.
Pasfoto voor de vreemdelingenpolitie, genomen in het Kaufhaus des Westens te Berlijn.
Achtergrondinformatie
Leopold Andreas, Paul, van Ostaijen werd op 22 februari 1896 geboren in Antwerpen. Hij was de zevende en laatste zoon van de Nederlandse loodgieter Hendrik Pieter van Ostaijen en de Belgische Maria-Catharina Engelen. Aanvankelijk had hij de Nederlandse nationaliteit, maar toen hij 22 was verkreeg hij ook de Belgische nationaliteit.
Van Ostaijen was geen goede student, school vond hij maar niets. Zo werd hij van verschillende Antwerpse scholen gestuurd, waaronder het Onze-Lieve-Vrouwecollege voor het bezitten en verspreiden van “verboden literatuur”. Hij start zijn volwassen leven zonder diploma, maar met een grote liefde voor de Vlaamse taal en kunst. Vlak voor de oorlog gaat Van Ostaijen aan de slag als klerk (administratief bediende) bij de stad Antwerpen, een job die hem voldoende vrije tijd geeft om zich toe te leggen op zijn poëzie. Op deze pagina vind je verschillende bronnen (foto's, handschriften, artikels) die je meer vertellen over Paul van Ostaijen en hoe hij dacht over poëzie, kunst en politiek.