Het handschrift is niet gedateerd, maar het is aannemelijk dat deze 'cadavres exquis', een typische surrealistische schrijftechniek, gemaakt zijn in de jaren waarin beide schrijvers redactielid waren van het tijdschrift 'Gard Sivik' (1955-61).
Om het afgebeelde resultaat te bereiken, werden willekeurig vraag- en antwoordstrookjes uit een envelopje getrokken. De combinaties werden (in dit geval) geplakt op de achterkant van een formulier van de personeelsvereniging van de stad Antwerpen, de werkgever van Gust Gils.
In het archief van het Letterenhuis zit ook een envelopje met vragen en antwoorden die nog niet aan elkaar gekoppeld zijn, en vraag- en antwoordspelletjes op kleine losse strookjes met, naast de strookjes van Gils en Pernath, bijdragen van René Gysen en vermoedelijk Paul Snoek.
Elke Depreter schreef over deze surrealistische spelletjes in ‘Toelichting bij de Cadavres Exquis’ in het boek Gust Gils in zijn experiment (Gent 2015).