Maud trekt met dit gedicht naar het Conscienceplein en gaat met passanten in gesprek over het gedicht.
Ontdek hier alle uitzendingen van 'Vers geplakt' >>
Experimentele poëzie
Hugues C. Pernath, pseudoniem van Hugo Wouters (1931-1975), was dertien jaar beroepsmilitair voor hij boekhandelaar en uiteindelijk boekhouder werd. Zijn experimentele poëzie uit de late jaren vijftig, in de bundels Het uur Marat (1958), De adem ik (1959) en Het masker man (1960), is pessimistisch van toon. Pernath liet bijvoorbeeld zien hoe moeilijk het is te communiceren door in zijn gedichten de woordvolgorde om te keren en woorden en grammatica om te vormen.
Pink poets
Vanaf 1968 richtte Pernath zich op de actualiteit en vertoont zijn werk een duidelijke politieke betrokkenheid, waardoor zijn poëzie toegankelijker werd. In 1973 werd hij lid van de Pink Poets, een (Antwerps) genootschap van kunstenaars en intellectuelen dat een jaar daarvoor was opgericht door Patrick Conrad en Nic van Bruggen. Pernath was een echt boegbeeld voor de Pink Poets. In 1975 overleed hij aan een herseninfarct op de trap van de privéclub Vécu, waar hij even daarvoor een vergadering van de Pink Poets had geleid.
Hugues C. Pernath-Fonds
Na Pernaths overlijden werd in 1976 op het initiatief van zijn moeder, Grace Helena van den Broeck (1911-1996), en van haar echtgenoot, de architect Jean-Jacques Jacobs, de Pernath Stichting in het leven geroepen; in 1984 werd dat het Hugues C. Pernath-Fonds. Dit fonds wil de nagedachtenis van Pernath levend houden door het organiseren en stimuleren van lezingen, uitgaven en allerlei activiteiten over de dichter.
Hugues C. Pernath in het Letterenhuisarchief
Een even belangrijke taak van het fonds is om het archiefmateriaal van Pernath zoveel mogelijk te verzamelen en onder te brengen in het Letterenhuis. De collectie ‘Hugues C. Pernath’ in het Letterenhuis is daarom aanzienlijk. Zo is er een reeks handschriften van zijn bundel Mijn tegenstem. Gedichten 1966-1973 aanwezig, maar ook handschriften van drie poëtische suites die voor het eerst postuum verschenen in Nagelaten gedichten (1976), de bundel die in 1977 de driejaarlijkse Belgische Staatsprijs voor poëzie toegekend kreeg. Deze gedichten zijn gebaseerd op een studiereis van Pernath naar Polen in 1967, waarbij hij ook het concentratiekamp van Auschwitz bezocht.