Dubbelman Gijsen/Goris
Naar hoeveel Vlaamse schrijvers zou een Hollandse tulpenbol vernoemd zijn? Die eer is waarschijnlijk alleen Marnix Gijsen (1899-1984) te beurt gevallen. In de jaren vijftig en zestig was Gijsen (schrijversnaam van doctor Jan-Albert Goris) alomtegenwoordig in de wereld van de letteren. Hij voedde de belangstelling van het publiek met een constante stroom van romans die vaak aan het morele zenuwstelsel van zijn tijd raakten: het afscheid van God, de oorlog der seksen, het gewicht van de burgerlijkheid.
De verhaalstof voor zijn romans putte Gijsen uit zijn eigen leven: een heel bijzondere reis van een katholieke Antwerpse burgerzoon die 24 jaar in New York woonde, werkte en liefhad en terugkeerde als een onwijze stoïcijn. In 1974 werd hij bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren, de hoogste onderscheiding die een schrijver kan behalen in de Lage Landen.
De belangrijkste bron voor deze biografie is het Archief Marnix Gijsen dat zich in het Letterenhuis bevindt. Het is in de loop van de jaren samengesteld op basis van schenkingen van Gijsen en anderen.
Bert Govaerts werkte tot 2015 voor de VRT, waar hij zich specialiseerde in historische documentaires. Daarnaast publiceerde hij twee biografieën: Ik alleen! (2012), over de politicus Albert de Vleeschauwer en Ernest Claes (2016).
