Overslaan en naar de inhoud gaan

Stijn Streuvels - 'Het leven en de dood in den ast' (1926)

de literaire canon in het archief

Het archief van Stijn Streuvels is een van de grootste schrijversarchieven in het Letterenhuis. De novelle 'Het leven en de dood in den ast', dat in de literaire canon werd opgenomen, behoort daar ook toe.

In zeventig bladzijdes beschrijft Streuvels het harde leven van drie mannen. Blomme, Hutsebolle en Fliepo werken in een droogoven (de ‘ast’ uit de titel) voor cichoreiwortels, dat als vervanger wordt gebruikt voor (dure) koffie. Al op de eerste bladzijde valt de fraaie sfeerschepping op: 

De schuur met de dubbele poortluiken breed open, gelijkt een tooneel waar, in de gapende diepte, door havelooze mannen, in haastig tempo, een spel wordt opgevoerd.

In het handschrift is te zien hoe Streuvels enkele zinnen doorstreepte en passages herwerkte. Het archief geeft nog meer prijs over het ontstaansproces van de novelle, bijvoorbeeld in de voorbereidende aantekeningen. 

 

Eerste pagina uit het handschrift van 'Het leven en de dood in den ast' (1926)

Eerste pagina uit het handschrift van 'Het leven en de dood in den ast' (1926)

 

Het verhaal van Stijn Streuvels in het Letterenhuis begon al tijdens Streuvels’ leven. In de jaren dertig van de vorige eeuw vroeg de eerste conservator van het Letterenhuis (toen nog Museum van de Vlaamsche Letterkunde), Lode Baekelmans, documentatiemateriaal van betekenisvolle auteurs om het museum te vullen. Aan Stijn Streuvels wilde hij zelfs een heel zaaltje wijden. Streuvels ging in op het verzoek en zond onder andere twee handschriften en een verbeterd typoscript van zijn net verschenen roman Levensbloesem (1937). Een groot deel van zijn archief kwam in 1975 in het Letterenhuis terecht, rechtstreeks uit Streuvels’ woning ‘Het Lijsternest’ in Ingooigem waar Streuvels’ vrouw na de dood van haar man nog enkele jaren woonde. Het huis, in beheer van de Vlaamse overheid, is nog steeds te bezoeken als getuigenis van een opvallend schrijversleven. Daarnaast is het een gedeelte van het jaar ook een schrijversresidentie. Het Letterenhuis is verantwoordelijk voor de erfgoedactiviteiten omtrent het huis.  

 

Handschriften van ‘De zaaidhede’

Handschriften van 'De zaaidhede'

 

Door de tijd heen bleef het archief van Streuvels aangroeien, want veel van zijn materiaal was verspreid geraakt. Streuvels gaf immers regelmatig teksten in verschillende fasen van het schrijfproces weg. Ondertussen bestaat het archief van Streuvels in het Letterenhuis uit de eerste versies van tal van hoogtepunten uit zijn oeuvre, bijvoorbeeld Minnehandel (1921) of Prutske (1922). Het is een erg rijke collectie, met onder meer correspondentie met schrijvers en uitgevers waaruit Streuvels’ visie op kunst, de ontvangst van zijn werken en de vormgeving van zijn werken blijkt. Verder bevat de collectie ook foto’s die hij zelf nam ter inspiratie voor zijn romans.

 

Laatste pagina uit ‘De zaaidhede’, met handtekening van Stijn Streuvels

Laatste pagina uit 'De zaaidhede', met handtekening van Stijn Streuvels

 

Nog steeds groeit het archief aan: via de collectie Baestaens zijn er fraaie aanvullingen, bijvoorbeeld het handschrift van ‘De zaaidhede’, een voorgepubliceerd fragment uit Streuvels’ befaamde roman De Vlasschaard uit 1907 (een naturalistische vertelling van een boerenleven) en het handschrift van Streuvels’ kerstverhaal Kerstwake (1928), aangevuld met briefwisseling van de graficus, kunstschilder en tekenaar Frans Masereel (1889-1972) over de illustraties. Verder leveren ook de verschillende stadia van Land en leven in Vlaanderen (1923), zijn sociologische studie, boeiend materiaal op om het ontstaan en de groei van een tekst van Streuvels te onderzoeken.

 

Verbeterde drukproef van 'Land en leven in Vlaanderen'

Verbeterde drukproef van 'Land en leven in Vlaanderen'

Meer lezen?
literairecanon.be/nl/werken/het-leven-en-de-dood-in-de-ast

Meld je aan voor de nieuwsbrief