Antwerpen had een heel levendige poesjenellentraditie die teruggaat tot de 19de eeuw. De spelers gebruikten stangpoppen, spraken Antwerps dialect en maakten in hun voorstellingen de machthebbers en de overheid belachelijk. Terugkerende personages waren De Neus, De Schele, Den Bult, enzovoort. Bekende Antwerpse poesjenellenkelders bevonden zich in de Reepstraat, het Sint-Andrieskwartier en de Sint-Niklaasplaats.
Poesjenellen in het Letterenhuis
Het Letterenhuis bewaart het archief van volkskundige Jan de Schuyter (1889-1952) die in 1943 De Antwerpse Poesje schreef, een uitgebreide studie over de Antwerpse poesjenellen. Het omvangrijke archief van De Schuyter bevat zijn voorbereidende werk voor dit boek: agenda’s, notities, verzamelde speelteksten en door Antwerpse poppenspelers ingevulde vragenlijsten. De Schuyters archief geeft op die manier een interessante inkijk in het Antwerpse poesjespel van vóór 1943. Ook in het archief van schrijvers Hendrik Conscience (1812-1883) en Emmanuel de Bom (1868-1953) zijn er sporen naar de poesje. Conscience bezocht in zijn jeugd poesjenellenkelders en schreef daarover in Geschiedenis mijner jeugd (ca. 1880). Het manuscript van deze tekst bevindt zich in het Conscience-archief in het Letterenhuis. Emmanuel de Bom schreef een niet gepubliceerde studie over de Antwerpse poesjenellen, in zijn archief zitten verschillende notities en teksten over de poesje. Hij waagde zich ook aan het schrijven van eigen poesjeteksten, onder andere ’t Wonderbaar spel van Doctor Johannes Faust (1898).
In de affichecollectie zijn de poesjenellen goed vertegenwoordigd, onder meer dankzij de affichecollectie van het Volkskundemuseum die zich nu in het Letterenhuis bevindt. Op de affiches vind je vaak de programma’s van de voorstellingen. Op een ludieke manier wordt de korte inhoud van het stuk meegegeven samen met een lange lijst van nogal plastisch verwoorde ‘schikkingen’ bij het reglement. Zo lezen we: ‘Die niet kan zwemmen moet niet kome want tussen het tweede en derde bedrijf wordt het kot ondergezeken’, of ‘Gezien het derde schuifke op een moordpoging eindigt, weurren de dragers van een witte gillet verwittigt voor de bloetspattingen’ of ‘Kletskoppen zitten op de eerste rij. Dat geeft nog wat licht op ‘t tooneel erbij’.
Het archief van zanger, muzikant, dichter en beeldend kunstenaar Wannes van de Velde (1937-2008) bevat verschillende archiefstukken over zijn engagement voor de poesjenellen. Wannes van de Velde had in de jaren 1980 zijn eigen poesjetheater Water & wijn waarvoor hij de speelteksten schreef of vertaalde, stemmen insprak, poppen en decors ontwierp.
Poppentheater
Over poppenspel in ruimere zin heeft het Letterenhuis meer moois in de aanbieding. in onze collectie vind je archiefstukken van het Pats Poppenspel, het Jef Contrijn-poppenspel en de Landsfederatie voor poppenspelers. Van het poppentheater Ultima Thule en zijn voorlopers zijn er uitgebreide archieven beschikbaar. Ultima Thule begon onder de naam Schokkeljoen, en werd daarna het Poppentheater Joris Jozef. De verschillende fases van dit poppentheater zijn goed vertegenwoordigd in het Letterenhuis met onder andere productiedossiers van verschillende voorstellingen, audiovisueel materiaal en zelfs enkele poppen. Het Letterenhuis bewaart ook het archief van het Kiekeboe poppentheater. Walter Merhottein (1934-2005) tourde samen met zijn broer Robert Merhottein, de latere striptekenaar Merho, eind jaren 1970 in heel Vlaanderen met Kiekeboe. Walter Merhottein was ook acteur bij andere gezelschappen. Bovendien engageerde hij zich als voorzitter van het Centrum voor Amateurtheater en het Vlaamse Verbond voor het Poppenspel. In zijn archief bevinden zich talrijke productiedossiers (met programma’s, krantenartikelen en foto’s).
Er valt nog meer te ontdekken. Zo bewaart het Letterenhuis enkele poppen uit het archief van onder anderen Staf Bruggen (1893-1964) en Herman Bruggen (1922-1998) en Geertrui Daem (1952),en de houten theaterpoppen die kunstenaar Henri van Straten (1892-1944) maakte voor de voorstellingen van de kunstenaarsgroep Lumière.


Project ‘De Poesje speelt verder’
De traditie van het poesjenellentheater wordt van generatie op generatie doorgegeven. Om het voortbestaan van dit levende erfgoed te helpen verzekeren, start ErfgoedLab Antwerpen het project ‘De Poesje speelt verder’, in samenwerking met Letterenhuis en tal van andere partners.
Lees meer over het project op de website van ErfgoedLab Antwerpen.