Overslaan en naar de inhoud gaan

Theatermaker, romancier, sociaal bewogen boegbeeld

Archief van Jeroen Olyslaegers verwerkt

Mathias Balemans

Jeroen Olyslaegers (1967) droeg onlangs een deel van zijn archief over aan het Letterenhuis. Het documenteert zijn ontwikkeling van de eerste stappen als schrijver in de jaren negentig tot en met zijn succesroman Wil (2016).

Hielp de dienstplicht Jeroen Olyslaegers een handje bij aanvang van zijn schrijfcarrière? Het staat alleszins vast dat Olyslaegers begin jaren negentig weigerde om ook maar één voet te zetten in een kazerne. Hij koos voor een tweejarige burgerdienst, die hij vervulde bij het Louis Paul Boon-documentatiecentrum aan de Universiteit Antwerpen. Boon werd een literair ijkpunt, waarover Olyslaegers zelf zegt: ‘Ik adoreer Boon, mijn geestelijke vader, maar tegelijk wil ik mij ook van hem losmaken’. Voor De kantieke schoolmeester, het halfjaarlijkse blad voor de Boonstudie dat tot december 1996 verscheen, verrichtte Olyslaegers redactiewerk en schreef hij enkele bijdragen, waarvan overdrukken bewaard zijn in zijn archief.

Als beginnend auteur laat Olyslaegers zich in 1994 opmerken wanneer zijn verhaal ‘Het uur kip’ wordt opgenomen in de bundel Jonge sla. Vlaams literair talent, naast andere veelbelovende schrijvers als Anne Provoost, Peter Verhelst en Bart Moeyaert. Van het verhaal is een artikel bewaard in zijn archief. In hetzelfde jaar verschijnt zijn debuutroman Navel, waarvan het dossier uitgebreider is, met een drukproef, promotiemateriaal en een nummer van het tijdschrift Andere Sinema met een voorpublicatie uit dat debuut.

Voor Andere Sinema schrijft Olyslaegers in de jaren negentig trouwens meer artikels, over tal van onderwerpen, zoals de Amerikaanse schrijver William S. Burroughs, het fenomeen porno, de Amerikaanse muzikant Sun Ra en de Duitse rockgitarist Caspar Brötzmann. Die bijdragen bleven bewaard in zijn archief. De invloed van muziek, film en beeldcultuur komt duidelijk tot uiting in Olyslaegers’ fictiewerk in die periode, zowel in Navel als in zijn verhalenbundel Il faut manger (1996). Olyslaegers is met zijn ironische, filmische stijl een kind van zijn tijd. In 1999 verschijnt zijn tweede roman, Open gelijk een mond (1999), waarvan werkmateriaal, typoscripten en drukproeven terug te vinden zijn. In dat boek vat Olyslaegers de donkerte van het Dutroux-tijdperk in Vlaanderen. De titel is zijn ultieme knipoog naar Boon, verwijzend naar een passage uit diens roman De paradijsvogel (1958): ‘Het begin van Klooster ligt open gelijk een mond. Men slaat de smerige en ranzigriekende hoek de Kromme Sabelstraat om, en men voelt zich instinctief een wezen in nood.’
 

Flyer en voorblad van het script van De Invreter

Flyer en script van De invreter

Twee pagina's vol handgeschreven notities voor Wil

Handgeschreven notities voor Wil

Promotie-advertentie en inkomticket voor Mount Olympus

Promo en inkomticket voor Mount Olympus.

Na Open gelijk een mond zet Olyslaegers zijn fictiewerk on hold en richt hij zich op het schrijven van theaterteksten. In 1996 debuteerde hij al voor theater met Een bron a well awel, geschreven in opdracht van STUK. De productiedossiers in zijn archief tonen aan dat Olyslaegers’ creatieve output voor theater vanaf 2000 de hoogte inschiet. Voor Theater Zuidpool schrijft hij De invreter (2000) en OverlopeR/XL.M.S. (2003), die laatste samen met Paul Mennes. In de KVS worden twee teksten van Olyslaegers opgevoerd: Diep in de aarde, dieper in uw gat (2002) en In het lot gevallen (2003). In het archief zijn geannoteerde teksten bewaard van de leesclub Skilt en Vrint, die door de KVS werd georganiseerd over priester-auteur Cyriel Verschaeve. Uit de leesclub kwam In het lot gevallen voort, een bewerking van de roman De loteling (1850) van Hendrik Conscience. Daarnaast schreef Olyslaegers op basis van Verschaeves werk een tekst die door Tom Lanoye werd voorgedragen op het Vlaams Literair Festijn, een fictief Vlaams Blok-partijcongres georganiseerd door Behoud de Begeerte. Verdere theaterteksten schreef Olyslaegers onder andere voor Toneelhuis, met Mood on the go (2003) en Wolfskers (2007). Diep in de aarde, dieper in uw gat en Mood on the go werden beide door Barbara Buri in het Duits vertaald en opgevoerd. De vertalingen zijn bewaard in het archief.

Na een decennium zonder nieuwe roman verschijnt Wij in 2009. In aanloop naar de publicatie zond Olyslaegers twee onafgewerkte manuscripten naar uitgever Harold Polis, die het beste uitkoos: Olyslaegers werkte dat idee verder uit tot Wij. Het andere onafgewerkte manuscript, Weg, werd bewaard als eerste versie van Olyslaegers’ volgende roman, Winst (2012). Het omvangrijkste dossier in het archief is dat van Wil (2016), het boek waarmee hij doorbrak bij het grote publiek. Het geeft een inkijk in Olyslaegers’ schrijfproces, van een handgeschreven notitieboekje tot typoscripten en drukproeven. Voor de evocatie van Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog ging Olyslaegers niet over één nacht ijs. Hij correspondeerde met historicus Herman van Goethem over bronteksten, bestudeerde propaganda van het Vlaams Nationaal Verbond en las boeken over het tijdsgewricht vanuit verschillende invalshoeken, zoals Tijl tegen de mof. Vlaamsche volkshumor tijdens den oorlog (1945) van journalist en auteur Jan de Schuyter. Inspiratie voor het boek putte hij eveneens uit zijn eigen familie. Het deelarchief van zijn grootvader langs moederskant, Richard Albert Smedts, vormt een fascinerend geheel binnen het overgedragen archief. Smedts collaboreerde cultureel tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tussen zijn literaire successen door bleef Olyslaegers ook schrijven voor theater, met onder andere twee memorabele samenwerkingen met Jan Fabre. Het archief bevat een typoscript van Prometheus Landscape II (2010) en tal van artikels over de marathonvoorstelling Mount Olympus. To glorify the cult of tragedy (2015). Daarnaast weerspiegelt het archief ook Olyslaegers’ maatschappelijk engagement, onder andere in dossiers over de Geefpleinen, die hij samen met zijn vrouw Nikkie van Lierop organiseerde, en over de Arkprijs van het Vrije Woord. Deze prijs werd hem in 2014 toegekend voor zijn sociale betrokkenheid, zowel op straat als in zijn opiniestukken en columns. Die columns werden door Olyslaegers’ moeder zorgvuldig bewaard, aangevuld met artikels en promotiemateriaal over haar zoon. Het archief is dus nog verre van compleet; Olyslaegers bevindt zich midden in zijn literaire carrière. Zijn nieuwe roman De wonderen verschijnt op 18 november 2025.

De archiefstukken van Olyslaegers zijn raadpleegbaar in de leeszaal, mits toelating van de auteur.
 

Flyer en advertentie over de geefpleinen

Promomateriaal voor de Geefpleinen

Titelpagina van Winst is Verlies, het kleine verzet

Winnaar van de Arkprijs van het Vrije Woord 2014

Bundel met columns in Humo

Columns in Humo

10- 2025

Meld je aan voor de nieuwsbrief