Ook als een schrijver al gepubliceerd is, betekent dat nog niet dat hij op zijn lauweren kan rusten. Afwijzing loert steeds om de hoek – in de kritiek bijvoorbeeld, maar ook bij de uitgever die eerder wel het vertrouwen gaf. Het overkwam Jet Falter en Pjeroo Roobjee. Beiden debuteerden in 1966 bij uitgeverij Manteau, maar hun tweede inzending werd geweigerd.
De debutanten hadden de wind in de zeilen. Het fonds van uitgeverij Manteau was in 1965 overgenomen door de Haagse uitgeversgroep Van Goor en dat legde uitgeefster Angèle Manteau geen windeieren: er was meer budget, er kon dus meer worden uitgegeven en zo kon aan jong talent een kans worden gegeven. Manteau had dit met haar literaire fonds steeds beoogd: jonge auteurs ontdekken en laten groeien. Soms bleek dat laatste toch niet haalbaar.
In Jet Falters inzending Andreas zag lector Theo Oegema van der Wal meteen iets. ‘Minder beeldend dan [de schrijfster Chris] Yperman, doch realistischer en ook iets dieper. Dit zou ik maar doen’, noteerde hij op 3.2.1965 in een leesrapport. Manteau verwelkomde de schrijfster, toen 35, graag in haar fonds. In 1966 werd Andreas gepubliceerd. Ze loste de verwachtingen echter niet helemaal in, en ook al werd uitgekeken naar een tweede roman van Falter, deze viel tegen. ‘Voor uitgave volkomen ongeschikt’, klonk het deze keer bij Oegema van der Wal. Het zal Falter niet lukken om later alsnog door te breken.
Hetzelfde gebeurde met het werk van beeldend kunstenaar én auteur Pjeroo Roobjee. De 21-jarige won in 1966 de Leo J. Krijnprijs – een talentenjacht voor debutanten – voor zijn manuscript De nachtschrijver, dat even later werd uitgegeven. Een jaar later was de uitgeefster graag bereid zijn tweede roman De bleke gebeurtenismaker te publiceren. Ze voorzag Roobjee zelfs van een voorschot. Niet veel later bedacht Manteau zich echter. Haar lectoren twijfelden na lezing van het manuscript sterk over uitgave, en Angèle Manteau volgde hun advies. Ze beargumenteerde zeer uitgebreid waarom de uitgeverij toch niet tot uitgave kon overgaan. Dat kwam hard aan bij Roobjee. Hij schreef een vlammende brief terug, want is wel overtuigd van zijn werk én zijn groei. Hij zette trouwens ook door: een variant van zijn De bleke gebeurtenismaker werd in 1968 uitgegeven bij De Roze Ekstraverte Klaagmuurbibliotheek. Tien jaar later zal hij zelfs terug bij uitgeverij Manteau publiceren.
[juni 2024]