Maud trekt met dit gedicht naar de Antwerpse Zoo en gaat met passanten in gesprek over het gedicht.
Ontdek hier alle uitzendingen van 'Vers geplakt' >>
Herman de Coninck (1944-1997) staat bekend als de man die zijn volk poëzie leerde lezen. Hij was dichter, journalist, criticus, essayist en tijdschriftleider.
Al op vijftienjarige leeftijd was hij vastberaden om schrijver te worden. Na zijn middelbare school trok hij dan ook naar Leuven om er Germaanse filologie te studeren.
Humo en het Nieuw Wereldtijdschrift
De Coninck startte zijn professionele leven in 1966 als leraar, maar al snel, in 1970, werd hij redacteur bij het weekblad Humo. Samen met Piet Piryns deed hij daar spraakmakende interviews. In 1983 verliet hij Humo om een nieuw literair-journalistiek tijdschrift te leiden, het Nieuw Wereldtijdschrift. Als tijdschriftmaker, essayist en geliefd en succesvol dichter had De Coninck een uiterst invloedrijke positie in de literaire wereld van die jaren.
De man die zijn volk poëzie leerde lezen
Met zijn eerste dichtbundel De lenige liefde (1969) maakte hij poëzie toegankelijk voor iedereen. De Coninck herwaardeerde hierin de gewone taal en dus ook het gewone leven. De gedichten waren in vorm en inhoud een reactie op de experimentele poëzie van de periode daarvoor. Door hun eenvoudige vertelvorm, opgewekte toon, de nuchtere, gewone en toegankelijke taal werd deze poëzie razend populair.
Nagedachtenis
De Coninck overleed in 1997 plotseling, na een hartstilstand op straat in Lissabon. Hij werd begraven op het ereperk van de Antwerpse begraafplaats Schoonselhof.
Aan het Tramplein in Antwerpen, vlakbij het huis waar de dichter woonde, werd het gedicht Thuis aangebracht. Een beeld ontworpen door Elke van Steenbergen kreeg in 2016 een plaatsje in de Antwerpse Zoo. In 2017, twintig jaar na het overlijden van de dichter, verscheen een biografie geschreven door Thomas Eyskens. Sinds 2007 wordt de ook Herman de Coninckprijs uitgereikt, een poëzieprijs.
Herman de Coninck in het Letterenhuisarchief
54 propvolle dozen met archiefmateriaal van Herman de Coninck werden in 1998 in het Letterenhuis ondergebracht. Er zaten enkele typoscripten in, maar ook brieven – vooral uit de periode 1983-1997 toen De Coninck hoofdredacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift was. Het archief bestond niet alleen uit papier, maar er zaten ook tweehonderd diskettes en oude floppy’s in, met brieven en inzendingen voor het Nieuw Wereldtijdschrift. Het was de eerste keer dat ook digitaal gevormd archief in het Letterenhuis terechtkwam.