Roger Van de Velde (1925-1970), de meest bekende ‘onbekende schrijver’ van de Nederlandse Letteren, bracht de laatste acht jaar van zijn leven door achter de tralies. Hij kampte met ernstige maagproblemen en artsen schreven hem Palfium voor, een krachtig opioïde. Van de Velde raakte al snel verslaafd aan het middel en werd betrapt bij het vervalsen van doktersvoorschriften. Na een onderzoek van vijfentwintig minuten besloot een psychiater dat Van de Velde ‘ernstig geestesgestoord’ was en geïnterneerd moest worden.
In de gevangenis klampte Van de Velde zich vast aan zijn schrijverschap en binnen de grauwe gevangenismuren bouwde hij verder aan zijn oeuvre: beklijvend proza vol laconieke humor en diepgevoelde sympathie voor mensen aan de rand van onze samenleving. Achter de tralies schreef hij vier verhalenbundels, een pamflet en een roman.
In 1970 werd Van de Velde na een schrijversactie vrijgelaten uit de gevangenis. Enkele maanden later bezweek hij aan de gevolgen van zijn Palfiumverslaving.
De verhalenbundel De knetterende schedels, die beschouwd wordt als het hoogtepunt van zijn literaire oeuvre, werd in 2020 heruitgegeven bij Uitgeverij Vrijdag. Het boek werd ondertussen ook naar het Engels en het Duits vertaald.
Het proza van Van de Velde behoort tot het beste binnen ons taalgebied. Ook al zijn de verhalen ondertussen al een halve eeuw oud, ze staan nog altijd overeind.
Weinigen weten dat Van de Velde al schreef voor hij aan zijn odyssee in de Belgische gevangenissen begon. Niet alleen als journalist voor de Antwerpse krant De Nieuwe Gazet, maar ook als prozaïst had Van de Velde op jonge leeftijd ambitie.
Willem Elsschot was de eerste die zijn schrijftalent opmerkte. Van de Veldes stiefvader Louis Eyckmans, alias ‘den Boule’, werkte op het reclamebureau van Willem Elsschot en dankzij deze connectie kwam Van de Velde op dertienjarige leeftijd in contact met zijn latere mentor. Eerst schreef hij vertederende brieven aan Elsschot die hij ondertekende met ‘uw kruipende bewonderaar’. In een bewaarde brief van 6 mei 1938 lezen we: ‘U zult misschien denken wat ben ik met de felicitatie van een jongen die nog maar 13 jaarkens op de wereld rondkruipt, doch volgens dat Papa U afschildert bewonder ik U uitermate, misschien ben ik wel de kleinste Uwer bewonderaars maar ik weet dat het er bij U niets toe doet.’
Vijf jaar later stuurde Van de Velde met een klein hartje voor het eerst zijn ‘rijmelarij’ op aan Elsschot. Die las de gedichten van zijn poulain aandachtig en drukte hem op het hart: ‘Denk er in de eerste plaats om dat tussen gedichten schrijven en rijmen een wereld ligt. […] Ik geef u trouwens de raad eenvoud en oprechtheid te betrachten en alle hoogdravendheid te vermijden. Uw werk zal er zeker mede gebaat zijn. Schrijf slechts verzen wanneer gij werkelijk iets persoonlijks te zeggen hebt. Schrijf niet te veel maar observeer de mensen en de dingen die rond u zijn.’
De schrijfadviezen van Elsschot hadden een grote invloed op Van de Velde. Hij bleef de poëtica van zijn leermeester altijd trouw en in zijn schriftuur schuilt een zekere stijlverwantschap met Elsschot. Van de Velde weefde ook talloze verwijzingen naar Elsschot door zijn werk heen.
Toen Van de Velde in 1947 aan de slag ging als journalist bij De Nieuwe Gazet nam zijn literaire productie af. Toch bleef hij verder schrijven en in 1954 had hij de novelle Scheiding van goederen klaar. Elsschot las het manuscript in enkele dagen uit. Hij vond het ‘goed, zelfs zéér goed geschreven’ en suggereerde een aantal aanpassingen. Van de Velde situeerde het verhaal oorspronkelijk in Kalmthout, maar volgens Elsschot koos hij beter voor Lier als locatie. Het beschreven decor, gebaseerd op Van de Veldes geboorteplek Boom, paste immers niet bij een klein dorp als Kalmthout. Elsschot stelde ook voor om andere namen te gebruiken voor de hoofdpersonages dan hun werkelijke namen. Verder vond hij het slot ook te plots. Van de Velde nam de aanwijzingen ter harte bij de herwerking van het manuscript.
In Scheiding van goederen schetst Van de Velde het huwelijk en de scheiding van zijn moeder met ‘den Boule’. Hij verwerkte heel wat autobiografische elementen in het verhaal en brengt met de novelle een hartverwarmend eerbetoon aan zijn stiefvader, de ‘schavuit met het gouden hart’. Van zijn moeder schetst hij een minder warm beeld. Zij was dan ook niet zo opgezet met dit manuscript van haar zoon.
Elsschot bezorgde zijn poulain de gegevens van het Nieuw Vlaams Tijdschrift om de novelle daar te publiceren. Toen die redactie het manuscript weigerde, probeerde Elsschot het bij De Vlaamse Gids, maar ook daar wilden ze de novelle niet publiceren. ‘Niet opgeven, begot,’ schreef Elsschot aan Van de Velde. Scheiding van goederen werd tenslotte voorgelegd aan Dietsche Warande & Belfort, maar ook hier ving Van de Velde bot.
Wel verscheen de novelle later, in 1956 en 1957, bijna volledig in het jonge literaire tijdschrift Standpunt.
In 1958 was er nieuwe hoop voor Scheiding van goederen. Van de Velde liet aan Willem Elsschot weten dat een ‘gekende Lierse drukker’ de novelle wilde publiceren. Hij vroeg hem of hij een voorwoord zou willen schrijven. Elsschot ging in op dat verzoek, maar Van de Velde vroeg toestemming om enkele wijzingen te mogen aanbrengen. Hij vreesde immers dat de cassante woorden in de tekst hem de eeuwige toorn van zijn moeder op de hals zouden halen. Na het bijschaven luidde het voorwoord als volgt:
‘Scheiding van goederen van Roger Van de Velde is een uitzonderlijk knap geschreven eersteling. Het is het verhaal van het tragicomisch wedervaren van een van mijn beste vrienden, die er zich toe laat bewegen op zijn vijftigste jaar nog even een tocht te ondernemen in het huwelijksbootje dat, helaas, spoedig op de klippen van het wederzijds onbegrip [hier schreef Elsschot oorspronkelijk “egoïsme”] tot spaanders wordt geslagen. Men gaat over tot de scheiding van goederen waarbij de twee partijen tenslotte veel verliezen en niets winnen [hier schreef Elsschot oorspronkelijk “waarbij zij de goederen krijgt en hij… de scheiding”].’
De publicatie bij de Lierse drukker ging echter niet door. Van de Velde was diep teleurgesteld en ontmoedigd dat hij als debutant geen kans kreeg. Hierna borg hij zijn literaire ambities op, tot hij in de gevangenis belandde, waar de schrijver in hem weer opstond.
Deze tekst verscheen als nawoord bij de editie van de roman Scheiding van goederen (Uitgeverij Vrijdag, 2023), verzorgd door Ellen Van Pelt.