
Wat was jouw eerste indruk van het Letterenhuis?
Ik was heel bang om iets kapot te maken of tegen iets aan te lopen. Er hangt hier een plechtige sfeer. Beweeg u hier voort met omzichtigheid. (lacht)
Een beetje fragiel?
Ja. Ik zou hier nooit elke dag kunnen werken. Ik ben een beetje onhandig en ik moet dingen kunnen vuilmaken en verschuiven.
Wat is voor jou de ideale schrijfplek?
We hebben ooit een vervallen stacaravan gekocht. Iedereen verklaarde ons voor gek. Mijn man verbouwt dat tot een schrijfplek voor mij. We hebben wel een bureau in ons huis, maar we hebben een heel open huis. Ik kan daar heel goed werken als iedereen weg is. Als iedereen thuis is, lukt dat niet echt. Met die caravan zal ik echt een plek hebben voor mezelf. Wat ik echt wel nodig heb als ik schrijf is een bed of een zetel. Er komt altijd een moment dat ik heel moe word en een dutje wil doen. (lacht)
Ik las onlangs, het was een Nederlandse schrijver die het zei: “Mensen zouden me raar vinden als ze me zouden volgen bij mij thuis. Ik wandel gewoon wat rond. Ik lig in de zetel en doe een dutje. Ik ben precies helemaal niet aan het werk. Toch ben ik wel aan het werk.” Zo is dat ook bij mij! Hier durf ik wel geen dutje te doen. (lacht)
Wat ik ook echt nodig heb, is zonlicht. Ik kan om een of andere reden niet ’s avonds schrijven. Ik werk het beste ’s ochtends.
Waar werk je nu aan?
Een tweede roman. Het gaat stukje bij beetje. Het is niet mijn productiefste jaar geweest. Ik heb wat medische problemen gehad, onverwacht. Waardoor alles een beetje trager is gegaan dan ik wou. Sowieso had ik me wel voorgenomen dat ik voor deze tweede roman meer tijd zou nemen dan ik voor mijn eerste heb gedaan.
Is jouw werkproces anders omdat je deelneemt aan De Verdieping?
Dat is een stok achter de deur omdat je ergens naartoe schrijft, naar die projectdagen hier in het Letterenhuis. Toen ik mijn eerste roman schreef, volgde ik de Schrijversacademie, ook hier in Antwerpen. Dus dat had ik toen ook wel, die stok achter de deur. Het is ook daarom dat ik me voor De Verdieping heb ingeschreven. Het werkte goed voor mij om in een traject te zitten. Ik heb veel schrik om in het luchtledige te schrijven.
Ik ben niet zo gestructureerd in mijn aanpak. Ik probeer dat altijd wel ergens te zoeken.
We zitten hier in het literair archief van Vlaanderen. Is er een schrijver van wie jij vindt dat we archief zouden moeten bewaren?
Sowieso Annelies Verbeke, ik ben grote fan van haar. Ik vind dat zij een van de beste schrijvers is van deze tijd of generatie.
Ik zou sowieso voor een vrouwelijke schrijver kiezen omdat ik het belangrijk vind dat ze meer ruimte krijgen. Er zijn meer en meer vrouwelijke schrijvers die voor het voetlicht treden of waarop de schijnwerper wordt gericht. Ik vraag me af: hoeveel zullen er uiteindelijk overblijven in de publieke herinnering? Zullen ze de tand des tijds doorstaan? Niet wegens hun kwaliteit, maar omdat de nadruk toch nog altijd ligt op het mannelijke.
Merk je dat zelf dat er weinig vrouwelijke schrijvers en zeker vrouwelijke schrijvers van kleur zijn?
Er zijn schrijfsters van kleur, maar het zijn er nog veel te weinig. Vrouwen in het algemeen, dat kan ik niet zeggen. De schrijvers waarmee ik contact heb, zijn vooral vrouwen. Misschien dat je elkaar toch meer opzoekt?
Ik merk toch dat we harder moeten knokken om onze plaats te veroveren. Er wordt veel over moederschap geschreven. Daar is nu aandacht voor. Ik vraag me af: hoeveel mannen lezen het?
Ik denk dat we toch harder moeten werken om evenveel krediet te krijgen en even au sérieux te worden genomen als mannelijke schrijvers. Vrouwen worden sneller in categorieën gestoken. Toen mijn eerste boek uitkwam, werd ik initieel bijvoorbeeld meer gevraagd voor politiek-activistische bijeenkomsten dan literaire.
Jouw boek werd meer opgepikt buiten de literatuursector?
Het wordt als activistischer beschouwd. Boeken van vrouwelijke schrijvers zijn al snel een politiek statement. Terwijl dat het niet is.
Chimananda Ngozi Adichie zei in een interview dat vrouwelijke schrijvers van kleur – ik denk dat dat trouwens voor alle vrouwelijke schrijvers geldt – veel meer over politieke thema’s schrijven omdat ze meer leven op dat politieke scherp van de snede. Iedere dag maken ze dingen mee, zoals racisme en discriminatie. Dus dat kan niet anders, dat het in hun schrijven zit. Want waar schrijf je over? Of je nu sciencefiction of een psychologische roman schrijft, de meeste mensen schrijven over dingen die ze op de een of andere manier hebben beleefd of meegemaakt. En dat dan transformeren tot iets anders.
Vrouwen zijn nog volop bezig hun plek te claimen in de literatuur. Ze schrijven over hun eigen leven – veel vrouwen schrijven momenteel autofictie – om te tonen dat dat er mag zijn. Dat dat waarde heeft.
Mijn tweede roman raakt heel dicht aan mijn eigen leven. Soms denk ik, Tuly waarom doe je dat? Zou je niet beter iets helemaal anders maken? Maar dat is wat er uit mij voortkomt. Je moet dat niet manipuleren uit angst voor kritiek dat het weer autofictie is.
Je schrijft over dingen die heel dicht bij je liggen en je raken, maar het wordt toch snel gezien als een politiek statement.
Omdat het dingen zijn die nog niet zo vaak … Ze zijn wel al geschreven, maar nog niet zo breed gelezen. Dan wordt dat gezien als een statement, terwijl dat eigenlijk gewoon is wie je bent.
'De Verdieping' is een traject van VONK & Zonen.
17-07-2025