Het topstukkendecreet
Het topstukkendecreet (2003) beschermt roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijke waarde. Het gaat om cultureel erfgoed dat omwille van zijn bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis voor de Vlaamse Gemeenschap in Vlaanderen bewaard moet blijven.
Er wordt een beperkte lijst opgesteld van de zeldzame en onmisbare topstukken. Enkel meesterwerken die beantwoorden aan strenge selectiecriteria komen op de topstukkenlijst. De ‘Raad voor het behoud van het roerend cultureel erfgoed’ adviseert de minister over de lijst van het topstukkendecreet.
De topstukkenlijst
Op de topstukkenlijst staan individuele kunstvoorwerpen en enkele verzamelingen. De meeste werken zijn in openbaar bezit, maar ook aantal objecten in privébezit werden opgenomen. Op de lijst met definitieve beschermingen (2005) staan schilderijen en tekeningen van onder meer Rubens, Jordaens en Van Dyck. Werk van Gustave de Smet, James Ensor, Constant Permeke, Frits van den Berghe, Rik Wouters en vele anderen is terug te vinden op de lijst van voorlopige beschermingen uit 2006.
Handschriften op de topstukkenlijst
In oktober 2007 werden twee handschriften uit de collectie van het Letterenhuis in de lijst van voorlopige beschermingen opgenomen: de dichtbundelDe feesten van angst en pijn van Paul van Ostaijen en de novelle Kaas van Willem Elsschot.
Beide handschriften zijn nu gedigitaliseerd. Om ze zo goed mogelijk te beschermen tegen schade door manipulatie, kunnen de originele manuscripten niet meer in de leeszaal geraadpleegd worden. Ze zijn wel beschikbaar in digitale vorm.