Overslaan en naar de inhoud gaan

Louis Paul Boon: 'De Kapellekensbaan' (1953) en 'Zomer te Ter-Muren' (1956)

de literaire canon in het archief

Louis Paul Boon (1912-1979) schonk een gedeelte van 'De Kapellekensbaan' in handschrift zelf aan het Letterenhuis, in 1951.

In 1948 had de directeur van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (AMVC), de voorloper van het Letterenhuis, de auteur gecontacteerd met het voorstel om manuscripten en documentatie over te dragen. Boon antwoordde dat hij al enkele stapels klaar had liggen, maar het duurde tot 1951 voor hij effectief materiaal bezorgde. Boon schonk onder meer een gedeeltelijke versie in handschrift van zijn roman De Kapellekensbaan, die pas in 1953 zou worden gepubliceerd. Het manuscript is geschreven in potlood, rode en blauwe inkt en blauwe balpen. De titelpagina, in een groter formaat, is een typoscript met handgeschreven verbeteringen.

Titelpagina bij het handschrift van De Kapellekensbaan

Titelpagina bij het handschrift van 'De Kapellekensbaan'

 

De Kapellekesbaan wordt als Boons meesterwerk beschouwd. Het verhaal speelt zich af in de negentiende eeuw en volgt het hoofdpersonage Ondine, die probeert te ontsnappen aan de grauwe werkelijkheid van haar woonplaats, Aalst. Het verhaal wordt verteld door ‘Boontje’ die in het ‘heden’ (de twintigste eeuw) werkt aan de roman over Ondine. In het boek zijn ook krantenstukjes over Reinaert de Vos verwerkt, in de roman geschreven door een zekere ‘Johan Janssens’, die voor een communistisch blad werkt.

Schilderij door Louis Paul Boon, ‘Zicht op de Dender’, 1937

Schilderij door Louis Paul Boon, ‘Zicht op de Dender’, 1937

 

Het vervolg op De Kapellekesbaan is Zomer te Ter-Muren (1956). Hierin volgen we Ondine, haar echtgenoot Oskarke en haar broer Valeer in de eerste helft van de twintigste eeuw. Opnieuw verwerkt Boon commentaar van ‘hedendaagse’ personages op dit verhaal-in-het-verhaal en maakt hij ook gebruik van oudere verhaalstof, in dit geval de belevenissen van de achttiende-eeuwse rebel Jan de Lichte. Ook van Zomer te Ter-Muren droeg Boon in 1951 een stuk in handschrift  over aan het Letterenhuis, al moest deze roman op dat moment nog verschijnen.

Handschriften van Zomer te Ter-Muren

Handschriften van 'Zomer te Ter-Muren'

 

Een belangrijk deel van het archief van Boon kwam in 2002 in het Letterenhuis terecht, met steun van het Max-Wildiersfonds (opgericht door de Vlaamse overheid om archiveringsprojecten te ondersteunen). Het archief bevat verschillende manuscripten en typoscripten zoals van de bekende werken De voorstad groeit (1943), Pieter Daens (1971) en Mieke Maaike's obscene jeugd (1972). Het is een uitgebreid archief, dat ook veel uitgeverscontracten bevat naast ongepubliceerde teksten, filmscenario’s en brieven. De afgelopen decennia werden er nog regelmatig archiefstukken aan de collectie toegevoegd, bijvoorbeeld brieven van Boon aan De Arbeiderspers of tekeningen van de auteur.

Portret van Louis Paul Boon door Maurice Roggeman, 1978

Portret van Louis Paul Boon door Maurice Roggeman, 1978

 

Meer lezen?

https://literairecanon.be/nl/werken/de-kapellekensbaan

Meld je aan voor de nieuwsbrief