Korte samenvatting roman
Oproer in Congo vertelt het verhaal van Theotimus, een Congolese catechist die de missionaris pater Leopold vermoordt, en van Johannes, die een opstand leidt tegen de kolonialen. Johannes werkt als huisknecht, toen boy genoemd, voor de rijke koloniaal Michel van Aspengouw. Johannes groeide samen op met de zoon van Van Aspengouw, Celestin. De vriendschap tussen de jongens, komt steeds meer onder druk te staan naarmate ze ouder worden. De represailles van de kolonisatoren tegen de Congolezen voor de dood van pater Leopold maken in Johannes een woede wakker. Hij leidt een opstand en komt zo tegenover Celestin te staan. Theotimus doet er alles aan om de aandacht op de opstand te vestigen en zoveel mogelijk van de moord af te houden. Alleen Moeder Imelda, de overste van de zusters, kent zijn geheim en wil hem redden. Theotimus voelt zich echter in het nauw gedreven en steekt hij haar neer. Hierna komt hij echter tot inkeer en geeft zich over aan het gerecht. Ook de opstand komt al snel tot zijn einde, wanneer Johannes concludeert dat een samenwerking met de kolonialen noodzakelijk is om het leven op de missiepost (en Congo) in goede banen te leiden.
Interessante fragmenten
We selecteerden enkele fragmenten uit de roman. Deze vulden we aan met documenten uit zijn archief, die meer inzicht geven in de denkwijze van Walschap over het kolonialisme:
Fragment 1: Célestin en Johannes zijn op zakenreis. Johannes krijgt een gedicht van een évolué (= Congolezen die zich aanpassen aan de Belgische/Europese levensstijl), dat hem aanzet tot nadenken over de kolonisatie van Congo en de verhouding tussen Belgen en Congolezen.
Fragment 2: Johannes leidt een opstand tegen de kolonialen in de missiepost. Hij boeit zijn meester Van Aspengouw. In dit fragment denkt hij na over zijn volgende stappen in de opstand. Hij concludeert dat een samenwerking met de Belgen noodzakelijk is.
Fragment 3: Wanneer Johannes met zijn ideeën naar Celestin gaat en deze hem niet steunt maar terechtwijst, verandert Johannes van standpunt.
Brief: Op 20 juli 1954 deelt het Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut per brief aan Gerard Walschap mee dat hij de prijs voor de Koloniale Letterkunde heeft gewonnen. Walschap was op dat moment al een bekend auteur en een grote favoriet voor de prijs, die als doel had de ‘verspreiding van het koloniale denkbeeld’ te versterken.
Interview met Walschap na zijn reis naar Congo. Hij kondigt zijn nieuwe roman aan en gaat dieper in op hoe hij als schrijver zo’n reis ervaarde.
Fragment uit een brief van Walschap aan zijn vrouw en kinderen van 10 april 1951. Hij schreef deze brief vanop de boot, waarmee hij van Antwerpen naar Congo reisde. Als bijlage stuurde hij notities van zijn reis.
Fragment uit een brief Walschap aan vrouw en kinderen van 22 april 1951. Walschap kwam op 11 april in Congo aan. Tijdens zijn reis bezocht hij verschillende steden en dorpen. In deze brief uit hij zijn verontwaardiging over de houding van de missionarissen tegenover de Congolezen.
Notities: Lezing over kolonialisme, ca. 1955 Walschap geeft in deze tekst zijn visie op kolonialisme in het algemeen en specifiek de kolonisatie van Congo. Hij gelooft dat geen enkel volk het recht heeft om over een ander volk te regeren. Elk volk heeft recht op zijn eigen land. En dus veroordeelt hij de annexatie van landen door andere naties. Toch oordeelt hij dat de gekoloniseerde voordeel haalt uit het kolonialisme. Zo zou de kolonisatie van Congo door België in het voordeel van Congo zijn, aangezien België hen moderniseert en beschaving zou brengen. Hij stelt echter ook dat er tijdens de kolonisatie uitgegaan moet worden van gelijkheid tussen de kolonisator en de gekoloniseerde. Anders zal dit zich tegen de kolonisator keren. Hier vindt hij dus dat België een fout maakt en roept op tot gelijkheid tussen Belgen en Congolezen. Hij noemt zichzelf ook wereldburger.
Recensie: In dit artikel reageert, zoals de titel aangeeft, een koloniaal op de roman. Welke functie hij uitoefent is niet af te leiden uit het artikel. Hij vindt dat Walschap een correct beeld geeft van de kolonie. Hij probeert de kritiek die Walschap uitte ten opzichte van kolonialen die de Congolezen ongelijk behandelen te minimaliseren door te wijzen op hun ‘verdiensten’.
Recensie: over Oproer in Congo waarin Walschap geprezen wordt voor het onder de aandacht brengen van het thema en er een kritische noot aan te geven.
Vragen bij de fragmenten
Mogelijke vragen bij de bronnen.
Achtergrondinformatie
Walschap kwam op het idee voor zijn roman tijdens een reis naar Congo tussen maart tot juni 1951, die was gefinancierd met een reisbeurs van het Ministerie van Koloniën. Zijn broer Alfons verbleef van 1932 tot 1938 als missionaris in Congo. Hij overleed aan de gevolgen van dysenterie. Tijdens de reis bezoekt Gerard de kamer waar zijn broer verbleef en de plaatsen waar deze had gewerkt. Hij haalde inspiratie uit de gesprekken met de missionarissen. Walschap baseerde zijn personages op bestaande figuren en gebruikte de moord op een Duitse pater en een mislukte opstand tegen het koloniale regime als uitgangspunten voor zijn intrige. In 1954 ontving hij voor deze roman de Driejaarlijkse prijs voor Koloniale Letteren en de prijs van het Koninklijk Belgisch Instituut.
De roman verscheen in 1953, 7 jaar voor de onafhankelijkheid van Congo. In Zuid- en Zuidoost-Azië was zich sinds WO II een onafhankelijkheidsbeweging ontstaan. De vraag naar onafhankelijkheid in Congo krijgt echter pas echt vorm in het midden van de jaren 1950. Toch zijn er al lokale opstanden, zoals degene waar Walschap zich op baseerde. In de hoop de gemoederen te bedaren, gaat de Belgische koloniale overheid in 1948 'de kaart van burgerlijke verdienste' invoeren. Deze kaarten worden uitgereikt aan Congolezen die “er zorg voor dragen hun persoonlijkheid te ontwikkelen op een harmonieuze manier, zowel individueel als sociaal, in nauw contact met de grote massa van dezelfde afkomst". Die Congolezen die zich aanpassen aan de Belgische/Europese levensstijl worden “évolués” genoemd. Deze évolués hopen om door dit statuut dezelfde voordelen te krijgen als de kolonialen, zoals hoger loon, betere jobs, inspraak, maar in de praktijk blijft er een strakke scheiding tussen Belgen en Congolezen.
Wie was Gerard Walschap?
Gerard Walschap werd geboren in 1898. Hij ontdekte zijn schrijverstalent pas op latere leeftijd. Tot 1921 was hij namelijk van plan om in de kerk in te treden en missionaris te worden. Hij kon zich echter niet verzoenen met het celibaat en besliste om toch geen geloften af te leggen. Met zijn roman Adelaïde, over de invloed van de kerk op het leven van mensen in de jaren 1920, verwierf hij in 1929 zijn eerste grote bekendheid. Tot zijn grote spijt kreeg het boek veel kritiek van katholieke zijde, wat uiteindelijk tot zijn breuk met de katholieke kerk zal leiden. Zo wordt de katholieke Walschap overtuigd socialist.
Gerard Walschap schreef zowel (psychologische) romans, als volksboeken, kortverhalen, kinderboeken en teksten voor poppenspel, televisie- en radiotoneel. Dit oeuvre leidde tot meer dan tien literaire prijzen, een zelfs de erfelijke adelstand met de persoonlijke titel van baron. Op 91-jarige leeftijd overleed hij in Antwerpen.