Overslaan en naar de inhoud gaan

Publicatie 13

Kurt Köhler - Verzameld proza | bezorgd door Matthijs de Ridder & Lisbeth Vantorre, met een nawoord van Matthijs de Ridder. Letterenhuispublicatie 13 | 2011

Kurt Köhler geldt al jaren als een van de meest verrassende 'geheimtips' van de Nederlandstalige literatuur. Zijn twee wonderlijke romans doen zo exotisch aan, dat het nauwelijks voorstelbaar is dat achter het pseudoniem Köhler de Antwerpenaar Stan Soetewey (1907-1945) schuilgaat.

Köhlers roman Vade mecum voor de jonge zelfmoordenaar verscheen in 1934 -  om vrijwel meteen weer uit de literatuurgeschiedenis te verdwijnen. Een jaar eerder was hetzelfde gebeurd met zijn enige andere roman, Baltazar Krull’s hart zingt maneschijn. De teksten waren uiterst onconventioneel, en bijna iedereen dacht dat de auteur wel een epigoon moest zijn van de grote literatuurvernieuwer Paul van Ostaijen. Ten onrechte raakten Kurt Köhler en zijn boeken (bijna) in de vergetelheid.

Met deze editie van Köhlers verzameld proza willen Matthijs de Ridder en Liesbeth Vantorre samen met het Letterenhuis en Uitgeverij ASP een bijna vergeten oeuvre herwaarderen. In zijn nawoord laat De Ridder ook zien hoe het werk van Köhler functioneerde in de context van de Vlaamse literatuur van de politiek woelige jaren twintig en dertig. Köhler dweepte namelijk met steeds radicalere verbeeldingen van een vrij en uiteindelijk zelfs zelfstandig Vlaanderen. Dat hij zijn vingers aan de collaboratie zou branden was nog niet helemaal uit zijn romans af te leiden, maar De Ridder maakt duidelijk dat deze avontuurlijke en ontwrichtende romans voortkomen uit de ideologische verwarring van het interbellum.

Matthijs de Ridder is schrijver en literatuurcriticus. Zijn werk werd meermaals bekroond door de Académie royale de Belgique.
Liesbeth Vantorre is verbonden aan het departement Geschiedenis en aan het L.P. Boon-documentatiecentrum van de Universiteit Antwerpen.

Prijs

€ 25,00 -

Ga naar

Meld je aan voor de nieuwsbrief