We leven vandaag in een beeldcultuur. Jongeren worden continu geconfronteerd met visuele informatie: filmpjes en foto’s op facebook, instagram en tiktok. Beelden zijn steeds aanwezig, maar hoe goed kunnen jongeren kijken en observeren? En kunnen ze wat ze visueel waarnemen nog op waardevolle manier beschrijven en verwerken in woord en beeld?
Met de opdrachten die volgen, willen we woord en beeld terug met elkaar verbinden. We vertrekken hiervoor uit het fotoarchief van Stijn Streuvels. Streuvels was een van de populairste Vlaamse schrijvers aan het begin van de 20ste eeuw. Hij baseerde zich voor zijn verhalen op zijn eigen omgeving: het plattelandsleven in West-Vlaanderen, zijn familie en zijn eigen leven. Ook in zijn fotografie stond zijn directe omgeving centraal. Als we kijken naar de foto’s die Streuvels maakte is er niet veel veranderd ten opzichte van vandaag: de technologie staat verder, foto’s nemen is makkelijker dan ooit, maar de onderwerpen blijven vaak dezelfde: vrienden, familie, kinderen, zijn huis, dorp en de reizen die hij maakte.
De opdrachten dagen leerlingen uit om goed te kijken naar de foto’s van Streuvels en naar hun eigen omgeving. Er wordt gewerkt rond mondelinge en schriftelijke beschrijvingen. De leerlingen reflecteren over de (verbloemde) werkelijkheid van beeldcultuur vandaag.
De opdrachten zijn geschikt voor leerlingen uit het ASO, KSO en TSO.